Wijziging van belastingreglementen op de uithangborden ten gevolge van de besluit van de Minister van Veiligheid en Binnenlandse Zaken houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID - 19 te beperken

De Raad ;
Gezien de Grondwet, in het bijzonder het artikel 170 ;
Gezien de Nieuwe Gemeentewet, in het bijzonder artikel 117 ;
Gezien de Ordonnantie van 3 april 2014 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillen inzake gemeentebelastingen ;
Overwegende dat :
 De Minister van Veiligheid en Binnenlandse Zaken een ministerieel besluit van 18 maart 2020 en 23 maart 2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken heeft goedgekeurd.
De maatregelen bevelen onder andere de sluiting van de niet-voedingswinkels, restaurants en cafés.
Deze maatregelen zullen economische gevolgen veroorzaken op de ondernemingen en lokale handelaars. Het is gunstig om de gemeentelijke fiscaliteit aan te passen om rekening te houden met deze uitzonderlijke omstandigheden en hun impact ervan op de winkels en ondernemingen.
BESLIST :
Artikel 1st
Een laatste artikel wordt bijgevoegd aan het belasting-reglement op de uithangborden :
“De belastingplichtigen worden van de belasting vrijgesteld voor een periode die overeenkomt met de inwerkingtreding van de dringende maatregelen, geordonneerd door de Minister van Veiligheid en Binnenlandse Zaken die de sluiting van de winkels, restaurants en cafés  bevelen, en tot het einde van deze maatregelen.
Voor de berekening van deze vrijstelling wordt het belastingbedrag verminderd naar verhouding van de maanden gedurende welke de dringende maatregelen van toepassing zijn. Elke begonnen maand wordt beschouwd als een hele maand.