Tervurenlaan | Chaussée de Tervueren

12. Tervurenlaan | Chaussée de Tervueren

Pavement Tervueren (Nederlands: Tervuursesteenweg) is een slagader van de stad Brussel Oudergem die gaat van de vloer van Waver tot de Tervurenlaan. Het kruist de wijk Sainte-Anne en gaat verder richting Tervuren doorheen het Zoniënwoud als one-way zuiden van de Tervurenlaan tot Quatre Bras. In het begin van de achttiende eeuw, is de industrie te ontwikkelen, de bloeiende handel, wordt de behoefte aan communicatie-infrastructuur hebben gevoeld. Houthandelaren, gelegen in Elsene, had gevraagd de weg naar Auderghem makkelijker om het hout van het Zoniënwoud dragen bestrating. Twee ondernemers begonnen met de aanleg van deze weg, in 1730 voltooid. Werden genoemd de vloer van Brussel in Tervuren. Gouverneur Karel van Lotharingen, van Brussel naar het kasteel van Tervuren veelvuldig gebruikt deze nieuwe vloer. Op de kaart Ferraris (1771), zien we duidelijk de scheiding van de twee wegen op het kruispunt waar de kapel OLV tien Zavel (Notre-Dame du Sablon) werd gebouwd door de monniken van het Rode Klooster. Lane bedrag Sainte-Anne, heeft de lokale naam van Schietheyde niet ontvangen. Het werd in de nummering van de huizen in de vloer, oneven nummers van de grote weg en passerende abrupt 17-57 opgenomen.

 

 

12. Chaussée de Tervueren | Tervurenlaan 

La chaussée de Tervueren (en néerlandais: Tervuursesteenweg) est une artère de la commune bruxelloise d'Auderghem qui va de la chaussée de Wavre jusqu'à l'avenue de Tervueren. Elle traverse le quartier Sainte-Anne puis continue vers Tervuren à travers la forêt de Soignes comme sens unique sud de l'avenue de Tervueren jusqu'aux Quatre Bras.

Au début du XVIIIe siècle, l’industrie se développant, le commerce florissant, on ressent le besoin de pouvoir disposer d'infrastructures de communication. Les marchands de bois, situés à Ixelles, demandent le pavage du chemin vers Auderghem pour acheminer plus aisément le bois de la forêt de Soignes.

Deux entrepreneurs entament la construction de cette chaussée, achevée en 1730. On la nomme chaussée de Bruxelles à Tervueren. Le gouverneur Charles de Lorraine, allant de Bruxelles à son château de Tervuren, utilise abondamment cette nouvelle chaussée.

Sur la carte de Ferraris (1771), on voit clairement la séparation des deux routes au carrefour où la chapelle O.L.V. ten Zavel (Notre-Dame du Sablon) a été érigée par les religieux du Rouge-Cloître.

La ruelle montant à l'église Sainte-Anne ne reçoit pas le nom local de Schietheyde. Elle est intégrée à la numérotation des maisons de la chaussée, les numéros impairs de la grande chaussée passant ainsi brusquement du 17 au 57.

 

(Ce texte est largement inspiré du livre "Auderghem chemins faisant" de Louis Schreyers.)