Praktische info : eerste strooibeurt
Hoe gaat een strooibeurt in zijn werk ?
De Regie der Wegen van Brussel Mobiliteit volgt de weersvoorspellingen en staat stand-by zodra de vooruitzichten slecht worden. Dan wordt er preventief gestrooid, hoofdzakelijk ’s nachts. Wanneer het vriest of sneeuwt, rijden de strooiwagens overdag opnieuw uit om opnieuw te strooien (problemen verhelpen) of om op precieze vragen in te gaan van bv. de politie (glad wegdek).
Een volledige strooibeurt omvat 850 km wegen verdeeld over 17 rondes. Hiervoor is 85 ton zout nodig. Brussel Mobiliteit strooit alleen op de gewestwegen: hoofdwegen, grote kruispunten, tunnels en viaducten. Het is pas wanneer er voertuigen over rijden dat het zout en de sneeuw gemengd worden en de sneeuw kan smelten. Bij hevige neerslag of wanneer er minder voertuigen op de baan zijn, duurt het langer om de sneeuw te doen smelten.
Enkele tips voor de weggebruikers
Voor automobilisten
Voor het vertrek: doe antivriesmiddel bij de ruitenwisservloeistof en controleer de banden (winterbanden, bandenspanning) en de werking van de batterij, de ontsteking, de achterruitverwarming en de verwarming.
Onderweg: matig je snelheid, houd afstand en verleen altijd voorrang aan de strooiwagens en sneeuwruimers. Let op voor ijsplekken, bepaalde weggedeeltes, vooral op bruggen en viaducten, koelen sneller af en zijn dus gevoelige plaatsen.
Voor fietsers
Controleer de verlichting. De fietspaden worden sneeuwvrij gemaakt tijdens en na de buien, onmiddellijk na een bui is het mogelijk dat je in de sneeuw moet rijden. Wees bijzonder waakzaam aan kruispunten en het begin van de fietspaden.
Voor voetgangers
Wees zo zichtbaar mogelijk (draag lichte kleuren of reflecterende accessoires) en aangepaste schoenen.