Gemeentebegroting - dienstjaar 2019- Voorlopige goedkeuring
Gelet op de Nieuwe Gemeentewet en meer bepaald artikelen 117, 241, 255 en 259;
Gelet op de ordonnantie van 14 mei 1998, houdende de regeling van het administratief toezicht op de gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;
Gelet op de omzendbrief van 20 juli 2018 betreffende het opstellen van de begrotingen 2018 van de gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;
De gemeentebegroting voor het dienstjaar 2019 en zijn bijlagen voorlopig goed te keuren.
Onderhavige beraadslaging zal, in vijfvoud, overgemaakt worden aan de Heer Minister-President van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest belast met de Plaatselijke Besturen.
Mevrouw Vanessa Rigodanzo (PS) geeft toelichting bij de reden waarom zij zich onthoudt bij de stemming:
Artikel 242 bis van de Nieuwe Gemeentewet bepaalt dat de eerste en de vierde begroting van de legislatuur vergezeld worden door een driejaarlijks plan dat is opgesteld door het college en dat een oriëntatienota en een beheersplan bevat.
In dit geval is er bij de gemeentebegroting 2019 - de eerste van de legislatuur 2018-2024 - geen enkel van deze documenten gevoegd.
Bij gebrek aan deze documenten is het onmogelijk om kennis te nemen van de projecten van de meerderheid DEFI-ECOLO die in 2019 zullen worden uitgevoerd en dus om de gemeentelijke begroting 2019 geldig en met volledige kennis van zaken goed te keuren. Er wordt aan herinnerd dat het " driejaarlijkse plan een uiting is van een streven naar transparantie in het democratisch debat " en dat " het college dit driejaarlijkse plan moet voorleggen aan de gemeenteraad en zo een democratisch debat binnen deze vergadering mogelijk moet maken " ( Parl. Doc ., Parlement van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest , 2008-2009, A-512/2, p. 44 en 45).
De bewering dat de meerderheid zich neerlegt bij een besluit van de Conferentie van Burgemeesters is niet relevant. Het is niet duidelijk hoe het besluit van deze politieke instelling de toepassing van een wettelijke bepaling zou kunnen verijdelen. Bovendien moet worden opgemerkt dat de andere Brusselse gemeenten niet op dezelfde manier te werk zijn gegaan: ze hebben de goedkeuring van de begroting 2019 soms uitgesteld tot begin 2019 (waarbij ze eventueel werken met voorlopige twaalfden), of hadden een eerste begrotingsvoorstelling in 2019, maar met goedkeuring in 2019. In deze gevallen is er geen sprake van een schending van artikel 242bis aangezien er geen loskoppeling bestaat tussen de begroting en het driejaarlijkse plan.