Gelet op de richtlijn (2008/50/EG) van het Europees Parlement en van de Europese Raad van 21 mei 2008 betreffende de luchtkwaliteit en schonere lucht voor Europa

Gelet op het Brussels Wetboek van Lucht, Klimaat en Energiebeheersing;

Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 2 juni 2016 tot goedkeuring in het Gewestelijk Lucht-Klimaat-Energieplan (GLKEP);

Gelet op het groot aantal pollutiepieken en overschrijdingen van de drempelwaarde voor het informeren van de bevolking in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;

Gelet op de te verwachten evolutie van de uitstoot van broeikasgassen tegen 2020 en de noodzaak voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest om bovenop de reeds uitgevoerde of geplande maatregelen, bijkomende maatregelen goed te keuren om zijn duit in het zakje te doen met betrekking tot de doelstellingen die België in het kader van het "Energie-klimaatpakket" moet bereiken;

Overwegende dat het transport de belangrijkste hefboom vormt om de uitstoot van de polluenten te kunnen helpen verminderen;

Gelet op het feit dat het Internationaal Kankeronderzoekscentrum van de Wereldgezondheidsorganisatie (WGO) op 11 juni 2012 de uitlaatgassen van de dieselmotoren in de categorie "zeker kankerverwekkend" (Groep 1) heeft geplaatst, omdat de organisatie meende dat er voldoende bewijs bestond dat een blootstelling aan uitlaatgassen van dieselmotoren gekoppeld was aan een verhoogd risico op longkanker;

Overwegende dat hetzelfde Internationaal Kankeronderzoekscentrum op 17 oktober 2013 de luchtverontreiniging in de categorie "zeker kankerverwekkend" heeft geplaatst;

Overwegende dat het rapport van het Europees Agentschap voor het Leefmilieu (EAL) van 7 december 2016 getiteld "Air quality in Europe — 2016 report" een overzicht en een bijgewerkte analyse biedt van de luchtkwaliteit in Europa van 2000 tot 2014, op basis van gegevens afkomstig van officiële controlestations in heel Europa, inclusief in meer dan 400 steden; Dat, volgens dit rapport, in 2014, 85 % van de stedelijke bevolking van de EU blootgesteld was aan fijnstof (PM2,5) aan niveaus die door de Wereldgezondheidsorganisatie (WGO) beschouwd worden als schadelijk voor de gezondheid aangezien fijnstof hart- en vaatziekten, astma en longkanker kunnen veroorzaken of verergeren;

Overwegende dat pollutie in België 13.000 vroegtijdige overlijdens veroorzaakt en dat ons land een van de landen is in Europa waar de levensverwachting het sterkste daalt door toedoen van fijnstof (PM2,5), volgens het International Institute for Applied Systems Analysis;

Gelet op de miskenning, door de overheid, van de impact van het gebruik van verbrandingsmotoren op de volksgezondheid, in het bijzonder van het gebruik van dieselmotoren zoals duidelijk wordt uitgelegd in het wetenschappelijk tijdschrift Nature in een artikel dat is verschenen op 15 mei 2017 en getiteld "Impacts and mitigation of excess diesel-related NOx emissions in 11 major vehicle markets";

Overwegende dat een studie van de UHasselt in december 2016 aantoonde dat scholieren minder sterk presteren in de klas op dagen waar de lucht in en rond de school sterker verontreinigd is;

Overwegende dat de maatregelen die worden uitgevoerd door Airparif, een onafhankelijke vereniging, in de streek van Parijs bijvoorbeeld hebben kunnen aantonen dat, in de nabijheid van drukke verkeersassen, het gemiddelde jaarlijkse NOx- en benzeengehalte een peil kan bereiken dat twee tot vier keer zo hoog is dan het peil dat wordt gemeten in de basisstations (Airparif, 2009),

Overwegende dat de Europese Commissie op 30 mei 2016 een inbreukprocedure heeft ingeleid tegen de Belgische overheid op grond van het feit dat België, in strijd met Europese wetgeving, de omvang van het probleem van de luchtverontreiniging in Brussel zou verbergen door de gegevens van twee van de meest verontreinigde straten van België, de Belliardstraat en het kruispunt Kunst-Wet, niet bekend te maken, waarbij het de mensen in die straten zo blootstelt aan hoge concentraties stikstofdioxide (NO2);

Gelet op het advies dat werd gepubliceerd op 9 maart 2017 door de Gemeenteraad van de Gemeente Oudergem over het ontwerp van Gewestelijk Plan voor Duurzame Ontwikkeling (GPDO), waarin meer in bijzonderheid gevraagd wordt om een "impactstudie [te] maken betreffende de gezondheid van de huidige configuratie van de as van de E411";

Gelet op, in het licht van bovenvermelde elementen, de noodzaak om maatregelen te treffen om de intensiteit van de pollutieperiodes te beperken en om binnen de kortste keren de luchtkwaliteit te herstellen wanneer er een significante verslechtering van de luchtkwaliteit, wat blijkt uit de overschrijdingen van de drempelwaarde voor het informeren en voor het ingrijpen 1 tot 3, wordt opgemeten;

vraagt de gemeenteraad van Oudergem,

• aan het College om, nogmaals, van de Federale Regering te eisen dat:
  • het volledige GEN-aanbod ten laatste tegen 2025 zou worden uitgevoerd door hier absolute prioriteit aan te verlenen op begrotingsvlak;
  • het GEN-aanbod op de beschikbare viersporige infrastructuren (L25, L36, L96) vanaf vandaag zou worden gerealiseerd, waarbij om de 15 minuten een klokvaste treindienst wordt verzekerd;
  • de indienststelling van het REB wordt opgenomen in het Meerjareninvesteringsplan 2013-2025 van de NMBS;
• aan het College om bij de Gewestregering te eisen:
  • dat de noodmaatregelen in geval van pollutiepieken worden gewijzigd en om, vanaf de drempelwaarde voor het informeren (drempelwaarde 0), versterkte snelheidscontroles te voorzien door de politie en om de toegelaten snelheid te verminderen;
  • om onmiddellijk maatregelen te nemen om de meest vervuilende voertuigen te verbieden en om het autoverkeer bij overschrijding van de drempelwaarden door de concentratie van fijnstof (PM10) en stikstofdioxide (NO2), en bij ozonpieken, streng te beperken;
  • om zijn netwerk van meetstations van de luchtverontreiniging, meer bepaald langs drukke verkeersaders, verder uit te bouwen;
  • om gerichte operaties te voorzien, via mobiele meettoestellen, voor de meting van de luchtverontreiniging;
  • om twee meetstations te plaatsen op het grondgebied van Oudergem en op kritieke plaatsen van de invalsweg, bijvoorbeeld op het kruispunt tussen de E411 de Vorstlaan en aan het einde van de E411 in Delta;
  • en om spoedig een diepgaande studie te laten uitvoeren over de impact van de aanwezigheid van de autosnelweg E411, die de hele gemeente doorkruist, op de gezondheid van de Oudergemnaren;
  • om de uitbreiding van het metro- of tramnetwerk tegen 2025 naar het sportcentrum van het Zoniënwoud, en in een latere fase nog verder dan dit centrum, te plannen en te budgetteren;
  • om de afbraak van het Hermann-Debrouxviaduct en de vervanging ervan door een stadslaan te plannen en te budgetteren in het kader van het richtplan van aanleg Hermann-Debroux en van het GPDO;
  • om de aanleg van randparkings P+R langs de toekomstige stadslaan te plannen en te budgetteren, en dit zo ver mogelijk van de woongebieden.

• Dhr. Ch. Michel, eerste-minister
• Dhr. F. Bellot, minister van Mobiliteit
• Dhr. R. Vervoort, minister-president van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest
• Dhr. P. Smet, minister voor Mobiliteit
• Mevr. C. Fremault, minister voor Leefmilieu en Levenskwaliteit
• Dhr. H. Doyen, voorzitter van de Conferentie van Burgemeesters

 

Het PDF downloaden