Reglement houdende een belasting op het gebrek van verklaring van sommige handelingen en werken en op het gebrek van aanvraag voor een afwijking van de normale dienstregeling voor werken van een constructiewerf

ARTIKEL 1

Er wordt, vanaf 1 januari 2021 en tot 31 december 2026, een belasting geheven ten laste van elke titularis van een stedenbouwkundige vergunning die in gebreke is het college van Burgemeester en Schepenen te verwittigen van het aanwenden van de werken of een aanvraag te doen voor een afwijking van de normale dienstregeling voor werken van een constructiewerf.
De werken die in acht zijn genomen zijn: bouw-, verbouwing- of herbouwingswerken die onderworpen zijn aan een niet verlopen stedenbouwkundige vergunning afgeleverd krachtens het artikel 98, § 1er, 1°,  2°, 4°, 5°, 10°, 11° en 12° van het Brussels Wetboek van de ruimtelijke ordening.

ARTIKEL 2

§1ste De belastingsvoet van de belasting op gebrek van verklaring van sommige handelingen en werken is vastgelegd op duizend euro (1.000 €)
Exclusief voor de gebouwen bestemd als woning met minder dan drie woongelegenheden wordt de belasting verminderd naar 200 €.
Onder “gebouwen exclusief bestemd als woning met minder dan drie woongelegenheden” wordt verstaan, de uniefamiliale huizen en de gebouwen van ten meeste twee appartementen.
§2 De belastingsvoet van de belasting op gebrek van aanvraag van afwijking van de normale dienstregeling voor werken van een constructiewerf is vastgelegd op duizend euro (1.000 €), welke soort het begonnen werf ook is.

ARTIKEL 3

De belasting is verschuldigd vanaf de vaststelling van begin van de uitvoeringswerken waarover sprake in artikel 1. Deze vaststelling mag opgemaakt worden door elke daartoe beëdigde agent en daartoe aangeduid door het college van Burgemeester en Schepenen.
De belastingplichtige is eraan gehouden de controles van zijn verklaring te vergemakkelijken en dit in het bijzonder door een onderzoek, door de afgevaardigden van de gemeente ter plaatse toe te laten of door de documenten of inlichtingen die hem gevraagd worden af te leveren.
Voor de werken die worden uitgevoerd zonder een toelating voor af te wijken aan de normale dienstregeling voor de werken van een constructiewerf geregeld door een wet, een reglement of een vergunning van stedebouw of leefmilieu, mag het proces-verbaal dat toelaat het huidig reglement toe te passen opgemaakt worden door een beëdigde agent om het huidig reglement te controleren, een beknopt rapport van inbreuk aan het algemeen politiereglement of een proces-verbaal van inbreuk aan het recht van stedebouw of leefmilieu.

ARTIKEL 4

De belasting is hoofdelijk verschuldigd door alle personen die, op het beschouwde gebouw, rechten hebben die hun toelaten de stedenbouwkundige vergunning, uit te voeren of te doen uitvoeren.
De belasting is invorderbaar in een keer. Ze wordt ingecokierd.

ARTIKEL 5 

Zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van de ordonnantie betreffende de vestiging, de invordering en de geschillen inzake gemeentebelastingen, zijn van toepassing op de gemeentebelastingen de bepalingen van titel VII, hoofdstukken 1, 3, 4, 6 tot en met 8 van het Wetboek van Inkomstenbelastingen, artikelen 126 tot en met 175 van het uitvoeringsbesluit van dat Wetboek voor zover ze niet specifiek de belastingen op de inkomsten betreffen, alsook het Wetboek van de minnelijke en gedwongen invordering van fiscale en niet fiscale schuldvorderingen, met uitzondering van de artikelen 43 tot en met 48, van toepassing op dit belastingreglement voor zover ze niet specifiek de in dit Wetboek bepaalde  fiscale schuldvorderingen  betreffen.