Belasting reglement betreffende het vervoer van personen met voertuigen van de locale politie
Artikel 1
Met ingang vanaf 1 januari 2020, voor een termijn van zes jaar eindigend op 31 december 2026, wordt door het stadsbestuur een belasting gevestigd op het vervoer van personen met een politievoertuig wegens openbare dronkenschap of vermoedelijke alcoholintoxicatie of andere substanties ten gevolge van een positieve adem- of bloedanalyse of weigering van een adem- of bloedanalyse.
Artikel 2
De belasting wordt vastgesteld op een forfaitair bedrag van 150 euro per rit en per vervoerd persoon.
Artikel 3
Als rit dient verstaan te worden het traject dat wordt afgelegd vanaf het uitrukken van het politievoertuig tot op het ogenblik dat de betrokkene op zijn eindbestemming is gebracht.
De eindbestemming is de meest aangewezen eindbestemming naargelang het geval (politiecommissariaat, thuis, verpleeginstelling, amigo …).
Artikel 4
De belasting valt ten laste van de vervoerde persoon of in voorkomend geval, van de voor hem burgerlijk verantwoordelijke persoon.
Zij is verschuldigd vanaf het ogenblik dat de vervoerde persoon zijn eindbestemming bereikt heeft.
Artikel 5
De belasting is niet verschuldigd voor het vervoer van minderjarige personen.
Artikel 6
De belasting wordt contant betaald, tegen afgifte van een ontvangstbewijs, in handen van de stadsontvanger of zijn afgevaardigde.
Het aan de afgevaardigde in bewaring gegeven bedrag zal van ambtswege als een verworven contantbelasting worden geboekt.
Bij gebrek aan een contantbetaling of indien het in bewaring gegeven bedrag niet in overeenstemming is met de reële belastingschuld, zal van ambtswege tot inkohiering worden overgegaan.
De ingekohierde belasting is onmiddellijk eisbaar.
Artikel 7
(Opgeheven door het reglement van 28 mei 2014)