Belastingreglement betreffende de recuperatie van de kosten van sommige interventie van de gemeentelijke diensten om openbare veiligheidsredenen
Artikel 1
Er wordt, vanaf 1 januari 2021 tot 31 december 2026, een belasting vastgelegd ten voordele van de gemeente, met als doel de kosten te recupereren die door de gemeente worden gedragen wanneer haar diensten moeten tussenkomen en/of signalisatiemateriaal plaatsen, wegens tekortkoming of onvermogen om noodmaatregelen te nemen van de eigenaar, de bezitter of de bewaarder van het goed dat gevaar veroorzaakt voor de openbare veiligheid.
Artikel 2
De belasting is verschuldigd door de persoon die, in overeenstemming met de artikels 1382 tot 1386 van het Gerechtelijk wetboek, verantwoordelijk is voor de daad, de nalatigheid of het feit waardoor de lokale politie of de gemeente de interventie van personen heeft moeten vragen om de inbreuken op de veiligheid, de rust of de volksgezondheid van de openbare ruimte te voorkomen of tegen te gaan.
Artikel 3
De belasting is als volgt vastgelegd:
- 50 € per dag, voor geplaatst signalisatiemateriaal.
- 100 € voor het plaatsen van beveiligingsdispositief.
Wanneer een aanmaning van een deurwaarder nodig is om de betaling te bekomen van de kosten van de tussenkomst van de gemeentelijke diensten, in geval van tekortkoming of onvermogen om noodmaatregelen te nemen van de eigenaar, de bezitter of de bewaarder van het goed dat een gevaar voor de openbare veiligheid voorstelt, zal het bedrag van de belasting vermeerderd worden met 85 €.
Wanneer een inbeslagneming nodig is om de betaling te bekomen van de kosten van de tussenkomst van de gemeentelijke diensten, in geval van tekortkoming of onvermogen om noodmaatregelen te nemen van de eigenaar, de bezitter of de bewaarder van het goed dat een gevaar voor de openbare veiligheid voorstelt,, zal het bedrag van de belasting vermeerderd worden met 170 €.
Artikel 4
De som van de belasting wordt aan de schuldenaar meegedeeld via een administratief document en is contant of per overschrijving of per storting op de bankrekening van de Gemeenteontvanger te betalen, binnen een termijn van tien dagen.
Artikel 5
Zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van de ordonnantie betreffende de vestiging, de invordering en de geschillen inzake gemeentebelastingen, zijn van toepassing op de gemeentebelastingen de bepalingen van titel VII, hoofdstukken 1, 3, 4, 6 tot en met 8 van het Wetboek van Inkomstenbelastingen, artikelen 126 tot en met 175 van het uitvoeringsbesluit van dat Wetboek voor zover ze niet specifiek de belastingen op de inkomsten betreffen, alsook het Wetboek van de minnelijke en gedwongen invordering van fiscale en niet fiscale schuldvorderingen, met uitzondering van de artikelen 43 tot en met 48, van toepassing op dit belastingreglement voor zover ze niet specifiek de in dit Wetboek bepaalde fiscale schuldvorderingen betreffen.