Belasting op het verspreiden van niet-geadresseerd reclamedrukwerk
Artikel 1
Er wordt, vanaf 1 januari 2020 tot 31 december 2025, een gemeentebelasting gevestigd op :
- de huis-aan verspreiding van publiciteitsbladen en – kaarten met commercieel karakter, alsook catalogi, vouwbladen en kranten die publiciteit met handelsoogmerk bevatten wanneer deze drukwerken niet geadresseerd zijn ;
- het aanbrengen van één of verschillende reclamedrukwerk op voertuigen die zich op de openbare weg bevinden
De belasting heeft alleen betrekking op het gratis verspreiden van de kant van de bestemmeling.
Artikel 2
Volgende bepalingen treffen de niet-geadresseerde bij name drukwerken die minder dan 40 % niet-publicitaire redactionele teksten bevatten. Het percentage niet-plublicitaire redactionele tekst wordt berekend door rekening te houden van hun totale bezettingsoppervlakte in het drukwerk.
Artikel 3
Onder publiciteitsbladen en –kaarten wordt verstaan : stukken die bestaan uit één blad (twee al dan niet bedrukte bladzijden).
Onder catalogi, vouwbladen of publiciteitskranten wordt verstaan : stukken die uit meer dan één blad bestaan.
Artikel 4
Onder redactionele teksten dient men te verstaan :
- teksten die door journaliste nuit hoofde van hun beroep zijn geschreven ; voor zover er geen sprake is, hetzij expliciet, hetzij impliciet, van firma’s of bepaalde producten ;
- teksten die ten opzichte van de bevolking van de gemeente een sociale rol vervullen en algemene inlichtingen zonder commerciële bedoelingen verstrekken of ook officiële informatie van openbaar nut in verband met de orde of het welzijn zoals hulpdiensten, openbare diensten, mutualiteiten, ziekenhuizen, wachtdiensten (dokters, verpleegkundigen, apothekers) of inlichtingen van openbaar nut zoals gemeentelijke en allerlei nationale en internationale informatie ;
- algemene regionale, politieke, sportieve, culturele, artistieke en folkloristische alsook literaire en wetenschappelijke niet-commerciële mededelingen aan verbruikers ;
- mededelingen over erediensten, aankondigingen van allerlei activiteiten zoals feesten en kermissen, schoolfeesten en activiteiten van jeugdhuizen en culturele centra ;
- notariële aankondigingen ;
- aankondigingen van particulieren betreffende roerende of onroerende overeenkomsten.
Artikel 5
Worden als publicitaire teksten beschouwd :
- de artikels waarin impliciet of expliciet bepaalde firma’s of producten worden vermeld ;
- die op een directe of verdoken manier de lezer verwijzen naar reclame ;
- die er ope en algemene manier naar streven firma’s, producten of diensten onder de aandacht brengen, bekend te maken, aan te bevelen en dit teneinde tot een commerciële transactie te komen.
Artikel 6
De belastingtarieven worden als volgt vastgelegd :
1. aan-huis verspreiding publiciteitsblad of –kaart :
· oppervlakte kleiner of gelijk aan het formaat A4 : 0,02 € per verdeeld exemplaar met een minimum van 30 € per verdeling.
· Oppervlakte groter dan het formaat A4 : 0,04 € per verdeeld exemplaar met een minimum van 60 € per verdeling.
2. aan-huis verspreiding publicitaire catalogus, vouwblad of krant : 0.06 € per verdeeld exemplaar met een minimum van 120 € per verdeling.
3. reclamedrukwerk op voertuigen : 0,25€ per exemplaar met een minimum bedrag van 250 € per verdeling.
4. Het belastingtarief wordt verdubbeld wanneer het verdeelde reclamedrukwerk in plastic is verpakt.
Artikel 7
De belasting is verschuldigd door de uitgever van de drukwezken die onder deze bepalingen vallen.
De verdeler van de aan de belasting onderworpen drukwerken is solidaire verantwoordelijk voor het betalen van de belasting.
Indien de uitgever of de verdeler niet gekend zijn, is de persoon voor dewelke het drukwerk is verdeeld, verantwoordelijk voor de betaling van de belasting.
Artikel 8
Het gemeentebestuur stuurt naar de belastingplichtige een aangifteformulier dat degelijk ingevuld en ondertekend moet teruggezonden worden, binnen de vijftien dagen van zijn receptie, dat geschat is op drie werkdagen na de verzending.
De belastingplichtige die geen aangifteformulier ontving wordt verondersteld dit formulier bij het gemeentebestuur aan te vragen, ten laatste 15 dagen na het begin van zijn verdeling.
Bij gebrek aan aangifte binnen de gestelde termijn of in geval van onjuiste, onvolledige of onnauwkeurige aangifte, zal de belastingplichtige van ambtswege belast worden.
Vooraleer wordt overgegaan tot de ambtshalve vaststelling van de belasting, betekent de gemeente aan de belastingplichtige, per aangetekend schrijven, de motieven om gebruik te maken van deze procedure, de elementen waarop de aanslag is gebaseerd, de wijze van bepaling van deze elementen alsook het bedrag van de belasting.
De belastingplichtige beschikt over een termijn van dertig dagen volgend op de datum van verzending van de betekening om zijn opmerkingen schriftelijk over te maken.
Het aantal niet-geadresseerde bij name reclamedrukwerken die in acht genomen wordt voor de ambtshalve belasting zal overeenkomen met het aantal brievenbussen op het grondgebied van de gemeente die publiciteit aanvaarden. Indien de reclamedrukwerken verdeeld worden in brievenbussen met een stikker die reclamedrukwerk weigert, (“publiciteit neen dank u”, “no pub”,…) zal het aantal brievenbussen in acht genomen voor de ambtshalve belasting overeenkomen met het totaal van alle brievenbussen op het grondgebied van de gemeente.
In het begin van elk dienstjaar, zal het Gemeentebestuur aan de diensten van de Post vragen, het aantal brievenbussen op het grondgebied van de gemeente te bepalen.
In geval van eerste overtreding, zal het bedrag van deze verhoging gelijk zijn aan het vastgestelde recht. In geval van tweede overtreding, zal het bedrag van deze verhoging gelijk zijn aan het dubbel van het vastgestelde recht.
De verklaring geldt tot herroeping
Artikel 9
De belasting wordt per geïnd per inkohiering.
Artikel 10
Zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van de ordonnantie betreffende de vestiging, de invordering en de geschillen inzake gemeentebelastingen, zijn van toepassing op de gemeentebelastingen de bepalingen van titel VII, hoofdstukken 1, 3, 4, 6 tot en met 8 van het Wetboek van Inkomstenbelastingen, artikelen 126 tot en met 175 van het uitvoeringsbesluit van dat Wetboek voor zover ze niet specifiek de belastingen op de inkomsten betreffen, alsook het Wetboek van de minnelijke en gedwongen invordering van fiscale en niet fiscale schuldvorderingen, met uitzondering van de artikelen 43 tot en met 48, van toepassing op dit belastingreglement voor zover ze niet specifiek de in dit Wetboek bepaalde fiscale schuldvorderingen betreffen.".