Belasting Reglement op de markten en rommelmarkten en op kermissen
Artikel 1
Vanaf 1ste januari 2013, wordt er ten bate van de gemeente een standplaatsrecht ingevoerd voor de handelaars en verkopers die een toelating hebben bekomen om een plaats in te nemen op de markten en rommelmarkten.
Er is eveneens een standplaatsrecht ingevoerd dat betaald moet worden door de kermiskramers die een toestemming hebben verkregen om zich te mogen plaatsen bij de volgende kermissen :
- Kermis van Transvaal ;
- Kermis van Centrum (Zomer) ;
- Kermis van Centrum (Winter).
Artikel 2
De belasting op de markten en rommelmarkten is vastgesteld op vierenzeventig cent (0,74 €)
per dag en per vierkante meter of gedeelte van een bezette vierkante meter oppervlakte, met
een minimum recht van vijf euro (5 €).
Wat de wekelijkse markt betreft is de belasting vastgesteld op één euro vijfentachtig cent (1,85 €) per lopende meter, met een minimum recht van vijf euro (5 €). Het College houdt zich het recht voor driemaandelijkse abonnementen af te leveren voor de wekelijkse markt (12 betalende weken rechtgevend op een gratis standplaats voor een week).
Voor de kermissen, is de belasting vastgesteld op tweeëntwintig euro en vijftig (22,05 €) per lopende meter plaats per basisperiode van 9 dagen. De periode van 9 dagen dekt 5 weekdagen en twee weekends. In de veronderstelling dat de kermis meer dans 9 dagen zou duren, zal het belastingbedrag worden berekend via de prorata van het aantal dagen in verhouding tot de basisperiode. In de uitzonderlijke gavellen, waarbij de kermis 3 weken duurt, de derde week slechts met de helft belast. Welke ook de duur van de kermis zou zijn, wordt er een vaste belasting van acht euro tweeënnegentig cents (8,92 €) vastgesteld voor het water.
Artikel 3
De tarieven hiervoor zijn enkel van toepassing voor het stationneren op de markten of kermissen en dit tijdens hun duur. De personen aan wie het toegelaten is op andere plaatsen dan in de omgeving van een openbare markt te leuren met waren en personen die aan huis bestellen ter bediening van hun klanten, worden bijgevolg niet onderworpen aan deze belasting.
Artikel 4
Het invorderen van de belasting wordt achtergevolgd overeenkomstig met de regels die betrekking hebben tot de invordering van gemeentebelastingen. Standplaatsrecht is contant te betalen op het moment van de toestemmingaanvraag, of, bij gebrek, binnen de twee maanden na verzending van het aanslagbiljet.
Artikel 5
De bediende, belast met inning van deze belasting, is gehouden aan de handelaars en de kermiskramers een kwijtschrift te verlenen als bewijs van storting van het standplaatsrecht. De handelaars die tijdens een controle dit kwijtschrift niet kunnen voorleggen, zijn verplicht hun standplaats opnieuw te betalen.