Belasting op de nachtwinkels en de telecommunicatiebedrijven
Artikel 1
Er wordt, vanaf 1ste januari 2019 tot en met 31 december 2025, een openingsbelasting en een jaarlijkse belasting vastgelegd op de nachtwinkels en de bedrijven, wiens hoofdactiviteit erin bestaat tegen vergoeding telecommunicatieapparatuur ter beschikking stellen.
Artikel 2
Voor de toepassing van het huidige reglement, moet er het volgende verstaan worden onder:
- Nachtwinkel: een winkel dat ter consumptie producten zet na 21 uur;
- telecommunicatiebedrijf: elke persoon dat elk toestel dat overdracht toelaat, het uitzenden of ontvangen van tekens, signalen, geschriften, beelden, geluiden of andere gegevens van welke aard ook, per draad, radiogolven, optische signalisatie en andere elektromagnetische systemen dit inbegrepen de computer die aangesloten is aan internet ter beschikking zet.
Artikel 3
De aanslagvoet van de openingsbelasting is vastgesteld op 6.000 euro's en verschuldigd bij elke opening van een nieuwe handelsactiviteit van een nachtwinkel of een bedrijf die telecommunicatieapparatuur tegen vergoeding ter beschikking stelt. Elke wijziging van uitbater is gelijkgesteld met een nieuwe handelsactiviteit. De openingsbelasting is een éénmalige belasting.
De aanslagvoet van de jaarlijkse belasting is vastgesteld op 4.000,00 euro's per nachtwinkel en per bedrijf dat telecommunicatieapparatuur tegen vergoeding ter beschikking stelt.
De belasting is vermeerderd tot 4.500,00 euro's voor de belastingplichtigen onderworpen aan het politiereglement betreffende de nachtwinkels en de privé-kantoren voor de telecommunicatie die uitgebaat blijven desondanks het gebrek van toelating van het College van Burgemeester en Schepenen.
De openingsbelasting en de jaarlijkse belasting zijn verschuldigd voor het hele burgerlijk jaar, ongeacht de stopzetting van de economische activiteit.
De jaarlijkse belasting gaat in volgend op het jaar van de inkohiering van de openingsbelasting of bij gebreke vanaf de inwerkingtreding van huidig belastingsreglement.
Er wordt geen enkele korting of teruggave van de belasting gedaan voor welke reden dan ook.
De belasting wordt ingevorderd door inkohiering.
Artikel 4
De belasting is solidair en ondeelbaar verschuldigd door de eigenaar van de handelszaak, de uitbater ervan en de eigenaar van het pand waar de economische activiteit wordt gehouden.
Artikel 5
De belastingplichtige is ertoe gehouden voorafgaandelijk aan elke economische activiteit aangifte hiervan te doen bij de gemeentelijke overheid.
Het gemeentebestuur stuurt naar de belastingplichtige een verklaringsformulier dat deze binnen een termijn van één maand na het zenden dient ingevuld en ondertekend terug te sturen.
De belastingplichtige die geen aangifteformulier ontving wordt verondersteld dit formulier bij het gemeentebestuur aan te vragen, ten laatste de 15de januari die volgt op het betreffende dienstjaar.
De verklaring geldt tot herroeping. In geval van wijziging dient een nieuwe aangifte, op eigen initiatief, te gebeuren binnen de tien dagen vanaf de wijziging.
Artikel 6
Bij gebrek aan aangifte binnen de gestelde termijn of ingeval van onjuiste, onvolledige of onnauwkeurige aangifte, zal de belastingplichtige van ambtswege belast worden op basis van de elementen waarover het gemeentebestuur kan beschikken. Bij gebrek aan aangifte of ingeval van onjuiste, onvolledige of onnauwkeurige aangifte, wordt de ambsthalve ingekohierde belasting verhoogd met een bedrag ter hoogte van het bedrag van de ambsthalve ingekohierde belastingen en, in geval van herhaling binnen het jaar, met een bedrag ter hoogte van het dubbele van de ambsthalve ingekohierde belasting.