Bijzonder politiereglement van toepassing in de losloopzones voor honden
AFDELING 1 - TOEPASSINGSGEBIED
Artikel 1. Dit reglement is specifiek van toepassing op zones voor honden zonder leiband (of 'hondenlosloopzones') in gemeentelijke openbare ruimten, onverminderd de volgende van kracht zijnde reglementen: het algemeen politiereglement (APR), het gewestelijk parkreglement en de Brusselse Dierenwelzijnscodex.
AFDELING 2 - DEFINITIES
Artikel 2. Voor de toepassing van dit reglement verstaat men onder:
- Begeleider (of 'hondengeleider'): de eigenaar van de hond of elke persoon die zorgt draagt voor het dier en er de effectieve verantwoordelijkheid over heeft.
- Volwassene: elke wettelijk verantwoordelijke volwassene van 18 jaar of ouder
- (de) Gemeente: het gemeentebestuur van Oudergem
- Kind: elke minderjarige jonger dan 18 jaar
- Openbare ruimte: de gebieden die als zodanig zijn gedefinieerd in het politiereglement
- Park: park, tuin, plein, groene ruimte en onbebouwde grond die door de openbare diensten wordt beheerd en toegankelijk is voor het publiek.
- Veiligheidssas: afgesloten overgangsruimte die wordt gebruikt om het binnenkomen en buitengaan van honden te beveiligen om te voorkomen dat ze ontsnappen.
- Gebruiker: elke persoon die circuleert of deelneemt aan een activiteit in het park, inclusief de begeleiders en andere bezoekers.
- Zone voor honden zonder leiband (of 'hondenlosloopzone'), hierna 'hondenpark' genoemd: een gebied dat duidelijk wordt afgebakend door middel van omheiningen, hekken of een specifieke signalisatie, waar honden los mogen lopen onder het direct toezicht van hun begeleider.
AFDELING 3 - UREN EN TOELATINGSCRITERIA
Artikel 3. Het hondenpark is open van maandag tot zondag van 7.00 tot 22.00 uur.
Artikel 4. Het hondenpark wordt uitsluitend gebruikt als recreatiegebied voor honden. Alle andere activiteiten zijn er verboden, tenzij hiervoor specifiek toestemming wordt gegeven door de gemeente. Alleen mensen die een of meer honden begeleiden, worden toegelaten in het park.
Artikel 5. Kinderen jonger dan 14 jaar moeten door een volwassene worden vergezeld.
Artikel 6. Per volwassen begeleider worden maximaal 2 grote of 3 kleine honden toegelaten. Per begeleidend kind worden maximaal 1 grote hond of 2 kleine honden toegestaan.
Artikel 7. Het hondenpark is uitsluitend toegankelijk voor honden:
- van ten minste 3 maanden oud;
- die in orde zijn met hun vaccinaties;
- die zijn geïdentificeerd en geregistreerd.
De begeleider verbindt zich er bijgevolg toe om op verzoek van de politie of een andere bevoegde instantie het bewijs hiervan te leveren.
Artikel 8. Het is verboden om het hondenpark te betreden met een hond:
- die bijt, loops, agressief of gevaarlijk (voor de andere honden of de gebruikers) is;
- die gewond is, symptomen van besmettelijke of parasitaire ziekten vertoont.
Artikel 9. Voor honden met socialisatieproblemen wordt aan de begeleiders gevraagd om het hondenpark enkel tijdens de daluren te gebruiken en de andere gebruikers ervan op de hoogte te brengen.
AFDELING 4 - ACCESSOIRES (HALSBANDEN, LEIBANDEN, SPEELGOED) EN VOEDING
Artikel 10. Elke hond moet in het hondenpark een halsband of harnas dragen zodat de begeleider hem op elk moment opnieuw kan aanlijnen. De begeleider moet de leiband steeds in zijn bezit hebben.
Artikel 11. Spijkerhalsbanden en elektrische halsbanden zijn ten strengste verboden.
Artikel 12. Er wordt afgeraden om speeltjes of stokken te gebruiken die de wedijver/jaloezie tussen honden kunnen aanmoedigen.
Artikel 13. Het is verboden om voedsel, zowel voor menselijke als dierlijke consumptie, mee te nemen in het hondenpark. Alleen trainings- en beloningskoekjes zijn toegestaan.
AFDELING 5 - VEILIGHEID EN AANSPRAKELIJKHEID
Artikel 14. De gemeente wijst elke aansprakelijkheid af voor ongevallen, incidenten of schade van welke aard ook die zich voordoen in of rond het hondenpark.
Artikel 15. De hondengeleider is verantwoordelijk voor het gedrag van zijn hond en voor eventuele schade, ongevallen of overlast die de hond kan veroorzaken aan derden, andere honden of de infrastructuur. Elke hondengeleider moet gedekt zijn door een burgerlijke aansprakelijkheidsverzekering voor zijn hond en verbindt zich er bijgevolg toe om het bewijs ervan op eenvoudig verzoek van de politie of elke bevoegde autoriteit voor te leggen.
AFDELING 5.1. TOEZICHT- EN CONTROLEPLICHT
Artikel 16. De begeleider moet te allen tijde met zijn hond(en) in het hondenpark blijven. De honden mogen nooit alleen en zonder toezicht worden gelaten.
Artikel 17. De hondengeleider moet zijn hond(en) steeds in de gaten houden en in staat zijn om hen onder controle te houden en indien nodig snel in te grijpen.
AFDELING 5.2. AANGEPAST GEBRUIK VAN DE INFRASTRUCTUREN
Artikel 18. De honden moeten aangelijnd zijn bij het betreden en verlaten van het park. De honden mogen alleen worden losgelaten bij het betreden van het hondenpark nadat ze door het veiligheidssas zijn gegaan.
Artikel 19. Er mag maar één hond tegelijk door het veiligheidssas, tenzij een gebruiker meerdere honden begeleidt.
Artikel 20. De deuren van het veiligheidssas moeten onmiddellijk na elke passage worden gesloten en het is verboden om beide deuren tegelijk te openen.
Artikel 21. De in het park aanwezige modules, zoals het behendigheidsparcours, zijn strikt voorbehouden voor honden en niet geschikt voor kinderen.
AFDELING 5.3. DIERENWELZIJN EN WEDERZIJDS RESPECT
Artikel 22. Vriendelijkheid en hoffelijkheid zijn essentiële waarden voor alle gebruikers van het park.
Artikel 23. De begeleider moet ervoor zorgen dat de hond andere gebruikers of andere honden niet stoort. Honden die zich agressief gedragen, onophoudelijk blaffen of de rust verstoren, moeten het hondenpark onmiddellijk verlaten.
Artikel 24. Elke vorm van mishandeling, fysiek of verbaal geweld tegen een hond is ten strengste verboden. Ook is elk gedrag of apparaat dat dierenleed kan veroorzaken verboden. Mishandeling en gewelddadig gedrag moeten aan de cel Dierenwelzijn van de politie worden gemeld.
Artikel 25. De begeleider en zijn hond moeten het dierenpark verlaten op bevel van de politie of elke bevoegde autoriteit.
AFDELING 6 - NETHEID EN UITRUSTING
Artikel 26. Hondenpoep moet onmiddellijk door de begeleider worden opgeruimd door gebruik te maken van de daartoe bestemde hondenpoepzakjes. Als er geen zakjes in de parkautomaat aanwezig zijn, is de hondengeleider verplicht om de hondenpoep zonder uitzondering op te ruimen.
Artikel 27. Elke gebruiker moet ervoor zorgen dat het terrein en de omgeving ervan schoon worden gehouden en dat het afval en ander vuilnis in de daartoe bestemde vuilnisbakken worden gedeponeerd.
Artikel 28. Het is verboden om persoonlijke voorwerpen of uitrusting in het hondenpark achter te laten.
Artikel 29. De begeleider en zijn hond mogen de infrastructuur niet wijzigen of in de grond graven. De begeleider moet ook de gaten opvullen als zijn hond de grond beschadigt.
Artikel 30. Eventuele schade en problemen met de netheid moeten aan de gemeente worden gemeld.
AFDELING 7 - ALGEMENE VERBODSBEPALINGEN EN SANCTIES
Artikel 31. Over het algemeen is het in het hondenpark verboden om:
- te eten en alcohol te drinken;
- te roken, te vapen;
- zich te verplaatsen met de fiets, de step;
- activiteiten te organiseren (lessen, enz.) zonder voorafgaande toestemming van de gemeente.
Artikel 32. Elke inbreuk op de bepalingen van dit reglement kan leiden tot een tijdelijk of definitief toegangsverbod tot het hondenpark bij beslissing van de burgemeester.
Artikel 33. Al wie de bepalingen van dit reglement overtreedt, kan worden bestraft met een administratieve boete die maximaal 500 euro of 175 euro bedraagt naargelang de overtreder op het moment van de feiten minderjarig of meerderjarig is.
AFDELING 8 - SLOTBEPALINGEN
Artikel 34. De gebruikers kunnen dit reglement op de website van de gemeente raadplegen. Een vereenvoudigde versie van het reglement kan worden geraadpleegd op een mededelingenbord bij elke openbare ingang van het hondenpark, samen met een link naar het volledige reglement online.
Artikel 35. Dit reglement treedt in werking op de vijfde dag na de dag van de publicatie ervan.