54. Guillaume Lefeverlaan | Avenue Guillaume Lefever

Hij zag er het daglicht op 17 juli 1893. Het gezin verhuisde tijdelijk naar de Beerensheide (Watermaal-Bosvoorde), waar zijn vader aan de kost kwam door oude spullen op te kopen en te verkopen. Aanvankelijk lukte dat ook heel goed, want de familie bezat paard en kar, een kleine rijkdom voor die tijd. Zijn vader werd aanzien als een brave, vrome huisvader. Er kwamen voor het gezin Lefever nog gelukkige jaren en nog vijf andere kinderen werden geboren, waarvan helaas een zusje van Guillaume heel jong stierf. Ze was amper zeventien maanden oud.Guillaume werd opgeroepen als soldaat bij het 12e Linie Regiment.

De oorlog was nog maar anderhalve maand oud toen hij samen met 6 andere strijdmakkers in een hinderlaag viel, langs het kanaal Mons-Blaton, niet ver van de weg die naar het dorp Pommeroeul leidde. Hij sterft er op 27 september 1914 en wordt samen met zijn strijdmakkers ter plaatse begraven, in een gemeenschappelijke kuil.Na de oorlog drukte zijn oudste zus de wens uit, om zijn stoffelijk overschot naar Oudergem te laten overbrengen, maar kon zelf niet instaan voor de hoge kosten. De Oudergemse autoriteiten zullen niettemin daarvoor zorgen.Op 21 juli 1922, de dag dat België de onafhankelijkheid herdacht, kreeg Guillaume Lefever een plechtige begrafenis, in Oudergem.

54. Avenue Guillaume Lefever | Guillaume Lefeverlaan

Le personnage

Mariés en 1887, les époux Lefever s’installent au cœur d’Auderghem, rue du Moulin (devenue la rue du Vieux Moulin), n°2. Cinq de leurs dix enfants – dont Guillaume, le quatrième, né le 17 juillet 1893 – y voient le jour. Car la famille émigre temporairement au Berensheide (Watermael-Boitsfort) où elle s’élargit encore. Après les décès de la mère et de l’une des sœurs, et la fuite du père avec une Française à Roubaix, Guillaume Lefever et sa famille, sous la houlette de la sœur aînée, retrouvent Auderghem où ils s’établissent au Pré des Agneaux. Lorsqu’éclate la Grande Guerre, une année après le mariage de sa sœur aînée, Guillaume Lefever est incorporé au 12e régiment de Ligne. Le conflit ne dure que depuis six semaines quand il tombe, avec six autres camarades, dans une embuscade tendue le long du canal Nimy-Blaton, non loin de la route de Pommeroeul (Hainaut). Il meurt sur place le 27 septembre 1914 et est enterré, avec sa troupe, dans une fosse commune. Après la guerre, sa sœur exprime le vœu de voir sa dépouille rapatriée à Auderghem, ce dont les autorités se chargent. Guillaume Lefever est enterré solennellement à Auderghem le 21 juillet 1922, le jour où la Belgique commémore son indépendance.

L’avenue

L'avenue n’est aménagée qu'après la Première Guerre mondiale. Elle hérite du nom de Guillaume Lefever sur décision du collège échevinal siégeant le 6 juin 1925.

Le premier permis de bâtir est demandé le 10 avril 1926 pour l'immeuble n°8.

(Ce texte est largement inspiré du livre "Auderghem chemins faisant" de Louis Schreyers.)