Huisdieren en huurovereenkomsten
Verhuurders maken zich over het algemeen zorgen over aantasting van de huurwoning en burenhinder (overmatig geblaf, uitwerpselen, gevaarlijk gedrag, enz.) wanneer er dieren in de huurwoning aanwezig zijn.
Verhuurders mogen dieren verbieden indien een dergelijk verbod gerechtvaardigd (onaangepaste woning, enz.) en niet buitensporig blijkt te zijn. Indien dit verbod niet gerechtvaardigd is, kan het voor de rechter worden aangevochten, aangezien het algehele verbod op het houden van dieren inbreuk maakt op het privé- en gezinsleven van de huurder.
Indien in de huurovereenkomst niet duidelijk een verbod op dieren is opgenomen, moet de huurder de verhuurder niettemin schriftelijk om toestemming vragen. Voor alle door het dier veroorzaakte schade kan een schadevergoeding worden gevorderd. Het is de verantwoordelijkheid van de huurder om als een "goede huisvader" voor de woning te zorgen, en erop toe te zien dat de woning wordt onderhouden en dat overlast door de aanwezigheid van het dier wordt voorkomen.