Duiven in de stad
De ontwikkeling van de stedelijke omgeving heeft de komst en de uitbreiding van de duivenpopulatie in de stad, behorend tot het ras van de rotsduiven (Columba livia), bevorderd aangezien hierdoor meer schuilplaatsen beschikbaar waren (verlaten gebouwen, openbare gebouwen, gevels met veel spleten, enz.) en zij werden gevoed door de bevolking.
Duivenpopulaties zijn zelfregulerend, afhankelijk van de hoeveelheid voedsel die beschikbaar is. Stadsduiven voeden zich hoofdzakelijk met zaden en hebben hun dieet uitgebreid rond plaatsen waar zij voedingsafval kunnen vinden. Als zij voldoende voedsel vinden, plant een volwassen koppeltje zich vier tot zes keer per jaar voort, aan een tempo van twee eieren per nest. De buitensporige uitbreiding van hun populatie kan dan overlast veroorzaken voor de bewoners.
Het voederen van de duiven is de belangrijkste oorzaak van deze overpopulatie, omdat daardoor veel meer duiven in de steden kunnen leven dan de geschikte nestplaatsen toelaten. De gevolgen voor de bewoners zijn vooral de gebrekkige hygiënische omstandigheden van de nestplaatsen in de buurt, de nabijheid van zieke dieren, de hygiëneproblemen die verband houden met hun uitwerpselen en de parasieten die zij mogelijk dragen en overbrengen.
Om die reden is het voederen van duiven krachtens het algemeen politiereglement van Oudergem verboden, ook in openbare ruimten en groenzones (art. 35, §1, art. 100).
Bovendien moeten de eigenaars, beheerders of huurders van gebouwen om elke overlast als gevolg van de nabijheid van duiven tot woningen te vermijden "duivennestplaatsen, zijnde met name openingen, permanent afschermen, bevuilde gebouwen laten schoonmaken en ontsmetten en de verspreiding van schadelijke dieren en organismen (zoals ratten, kakkerlakken, enz.) voorkomen en beëindigen, indien nodig door een beroep te doen op gespecialiseerde en/of officiële diensten" (artikel 36 van het politiereglement van Oudergem).
Het gecontroleerd voederen van stadsduiven draagt dus bij tot de openbare netheid en tot de vermindering van het niet-aangepaste en overvloedige voedselaanbod, en dus van de overpopulatie van duiven in de stad.