Mondelinge vraag van de heer Jeremy Van Gorp en mevrouw Martine Maelschalck (MR-Open VLD) over de het richtplan van aanleg Delta-Herrmann-Debroux
Mijnheer de voorzitter,
Geachte collega's,
Op 22 juli heeft de Brusselse Regering in tweede lezing het ontwerp van Richtplan van Aanleg Delta-Herrmann-Debroux goedgekeurd. Bij de goedkeuring heeft de Regering aangekondigd een reeks wijzigingen te hebben doorgevoerd, zonder nadere bijzonderheden te verstrekken.
Vandaar de volgende vragen:
- Wat is precies de aard van deze veranderingen? Houden zij rekening met de bezorgdheden en vragen van veel Oudergemnaars?
- Wat is het standpunt van het college ten aanzien van deze wijzigingen? Over welke instrumenten beschikt de gemeente nu om een invloed uit te oefenen op de uitvoering van de verschillende werkzaamheden?
- Is de gemeente van plan een openbare informatievergadering over dit onderwerp te organiseren?
- Kan het college een gedetailleerd plan verstrekken van de datums waarop de verschillende werkzaamheden zullen plaatsvinden?
- Kan de gemeente de gemeenteraad alle documenten bezorgen met betrekking tot de tweede lezing van dit plan van aanleg?
Antwoord van de heer Alain Lefebvre, schepen:
Geachte collega's,
Een korte herhaling van de procedure voor het opstellen van een RPA is hier op haar plaats.
Na het openbaar onderzoek en de adviezen van de burgers en diverse instanties moet de Regering alle ontvangen bijdragen onderzoeken, met inbegrip van de door onze gemeenteraad ingediende bijdrage. Ze geeft er alle antwoorden op die zij nuttig en wenselijk acht via wat de tweede lezing wordt genoemd. Oudergem was niet betrokken bij deze fase. Deze versie van het RPA is nog niet vrijgegeven door de Regering. We verwachten dat perspective.brussels die aan ons zal bezorgen.
Het project moet nog aan de Raad van State worden voorgelegd voor een advies om de wettigheid ervan na te gaan en eventuele juridische problemen die het project oproept, te identificeren.
De Regering zal het RPA aannemen nadat zij de wijzigingen heeft aangebracht, rekening houdend met het advies van de Raad van State. Op dat moment zal het RPA in het Staatsblad worden gepubliceerd om vervolgens van kracht te worden.
Zoals u zult hebben begrepen, zijn wij in dit stadium niet in staat om u deze tweede versie van het RPA te verstrekken, noch om een informatievergadering voor het publiek te organiseren.
Uit wat wij hebben vernomen, zijn hier enkele elementen met betrekking tot belangrijke vragen voor de gemeente:
- Vermindering van sommige bouwprofielen ten opzichte van de eerste lezing op de meeste naburige sites, met name op de Demey-site, maar helaas niet voor de geplande hoogbouw in Delta.
- Schrapping, zo lijkt het, van de voorschriften voor de site langs de Waversesteenweg tegenover het gemeentelijk stadion.
- De oppervlakte van 2,4 ha komt overeen met een park met een gemiddelde breedte van 50 m aan de noordwestelijke rand van de Demey-site. Bij de aanleg van het toekomstige park zal het deel van de moestuinen in het woongebied in de Kleine Wijngaardstraat moeten worden verplaatst binnen het park. Dit moestuingebied zal worden toegevoegd aan de 2,4 ha van het park.
Wij kunnen u in dit stadium niet veel meer vertellen met betrekking tot de door u gevraagde preciseringen.
U zult zich herinneren dat het college duidelijk heeft gesteld dat de infrastructuurwerkzaamheden vooraf moeten gaan aan de ontwikkeling van de naburige sites. In juli vernamen wij dat met dit verzoek geen rekening werd gehouden en wij hebben publiekelijk gereageerd door deze onvermijdelijke eis te herhalen.
Vandaar de opneming in het RPA van een regelgevend voorschrift over de fasering tussen vastgoed en mobiliteitsinfrastructuren en van verbintenissen, met het oog op de goedkeuring van het RPA, inzake de opstelling van operationele en budgettaire nota's (planning, begrotingen, studies) over mobiliteitsinfrastructuren voordat het RPA wordt goedgekeurd. Wij verwachten van de voor deze zaken verantwoordelijke ministers dat zij nauwkeurige documenten opstellen voor het toezicht op de correcte uitvoering van het RPA en dat zij zich duidelijk engageren voor de uitvoering ervan. De P+R en de bediening ervan door het openbaar vervoer vormen in dit verband de noodzakelijke eerste fase.
Voor deze infrastructuren moeten aanvragen voor stedenbouwkundige vergunningen worden ingediend, waarvoor de gebruikelijke procedures moeten worden gevolgd. Wij verwachten niet dat er vóór het einde van dit decennium werkzaamheden zullen worden uitgevoerd, gezien de studies en procedures die nodig zijn om met de werkzaamheden te kunnen beginnen. Maar wij vragen dat deze studies en de nodige procedures snel worden opgestart.
Zodra het RPA is goedgekeurd, zullen wij het evalueren en nagaan welk standpunt wij moeten innemen, afhankelijk van de vraag of het in voldoende mate aan onze bezorgdheden tegemoet komt.
Als niet aan onze vragen betreffende de infrastructuren wordt voldaan, zien wij het nut niet in van de goedkeuring van een RPA.