Mijnheer de voorzitter,
Geachte collega's,
De werknemers van de 19 Brusselse gemeenten en die van de OCMW's zullen nog voor het einde van dit jaar hun salaris zien stijgen, en dit tot 2024, kondigde het kabinet van de Bernard Clerfayt (Défi), Brussels minister van Plaatselijke Besturen aan (Le Libre en La DH van 4 oktober 2021).
Het Brussels Gewest zal voor deze maatregel 56,3 miljoen euro op tafel leggen, gespreid over 4 jaar.
In het artikel wordt ook vermeld dat de gemeenten ook zullen bijdragen aan de opwaardering van het statuut van hun ambtenaren. Gemiddeld - de situatie verschilt per gemeente, zo lezen we in het artikel - zal 75% van de inspanningen worden gedragen door het Gewest en 25% door de gemeenten.
Vandaar onze volgende vragen:
-
Wat zal de bijdrage van de gemeente Oudergem aan deze maatregel zijn?
-
Voor welk bedrag?
-
Kunt u ons eraan herinneren of deze bedragen in de gemeentebegroting zijn opgenomen?
Met dank.
Jeremy Van Gorp en Martine Maelschalck, gemeenteraadsleden voor MR-Open VLD
Antwoord van de heer Didier Gosuin, burgemeester:
Geachte mevrouw,
Geachte heren raadsleden,
Zoals u terecht opmerkt, zullen de werknemers van het gemeentebestuur en die van het OCMW hun salaris nog dit jaar zien stijgen, en dit tot 2024, als gevolg van een gewestelijke beslissing. De lonen van de Brusselse gemeentepersoneelsleden zullen dus dichter aansluiten bij die van hun collega's in de andere twee gewesten.
Het bereikte akkoord is het resultaat van werkzaamheden die de gemeenten en het Gewest enkele maanden geleden hebben opgestart. In mijn hoedanigheid van voorzitter van de Conferentie van burgemeesters heb ik voorgesteld werkgroepen op te richten om te werken aan een oplossing die aanvaardbaar is voor het Gewest en de gemeenten. Wij hebben aldus een definitief akkoord kunnen bereiken dat voor de werknemers en voor bepaalde gemeenten, waaronder Oudergem, een duidelijke verbetering van de situatie mogelijk heeft gemaakt ten opzichte van het oorspronkelijke gewestelijke voorstel.
De gemeente Oudergem zal de inhoud van het protocol van akkoord 2021/1, ondertekend in het kader van het Comité C van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, volledig toepassen. Het tijdschema voor de uitvoering van de maatregelen zal strikt in acht worden genomen.
De overeenkomst is gestructureerd rond drie aspecten:
1) Verhoging van de barema's met 2-6%, afhankelijk van het niveau en de rang van het personeelslid.
De barema's van de ambtenaren van niveau E en D worden met terugwerkende kracht tot 1 januari 2021 geherwaardeerd.
De barema's van de ambtenaren van niveau C zullen worden geherwaardeerd op 1 januari 2022.
De barema's van de ambtenaren van niveau B en A zullen worden geherwaardeerd op 1 juli 2023.
2) De verlenging van de baremaschalen.
De baremaschalen zijn momenteel afgetopt op 27 jaar anciënniteit voor niveau E tot en met B en op 23 jaar voor niveau A. Dit betekent dat personeelsleden die 27 of 23 jaar anciënniteit hebben bereikt, niet meer in aanmerking komen voor enige verhoging, afgezien van indexeringen. Hun salaris is gemaximeerd. Dit is in strijd met de verlenging van de loopbanen en de verhoging van de pensioengerechtigde leeftijd.
De schalen van 27 jaar worden verlengd tot 31 jaar en de schalen van 23 jaar tot 27 jaar met 2 extra verhogingen.
Deze maatregel zal van toepassing zijn met ingang van 1 juli 2023 voor de eerste verhoging en met ingang van 1 januari 2025 voor de tweede verhoging.
3) Tweede pensioenpijler.
Het doel is de gemeenten aan te moedigen een pensioenregeling voor de tweede pijler in te voeren, d.w.z. de toekenning van een aanvullend pensioen aan contractuele personeelsleden om het verschil met het pensioen van de statutaire personeelsleden te compenseren.
4) Maaltijdcheques.
Het doel is de gemeenten aan te moedigen een regeling voor de toekenning van maaltijdcheques in te voeren of de waarde van de bestaande maaltijdcheques te verhogen.
Wat de bezoldiging van het personeel betreft, zijn de loonschalen sensu stricto identiek voor de 19 Brusselse gemeenten. Het gaat om een gewestelijke verplichting.
Wat betreft de datums van de toepassing van de nieuwe financiële bepalingen of de toekenning van extralegale voordelen aan het personeel (maaltijdcheques, hospitalisatieverzekering, pensioen van de tweede pijler, ...) heeft Oudergem echter steeds een voorsprong gehad op de andere gemeenten. Bijvoorbeeld:
-
Het nieuwe sociaal charter (versnelling van de loopbanen) werd in Oudergem toegepast op 1 januari 2018 in plaats van op 30 juni 2020 zoals in de andere gemeenten.
-
Toekenning van een eenmalige bonus van € 500 bruto aan het gemeentepersoneel voor het jaar 2020.
-
Hospitalisatieverzekering volledig ten laste genomen door de gemeente voor 100% voor het personeel in de basisformule en voor 40% voor het gezin en het gepensioneerde personeel. De andere gemeenten passen geen dergelijke interventietarieven toe.
-
Taalvergoedingen die worden toegekend op basis van door talenscholen afgegeven kenniscertificaten en niet langer alleen op basis van door Selor afgegeven certificaten.
-
Invoering van een aanvullende pensioenregeling voor contractuele medewerkers (2e pijler) van 3% (wettelijk maximum) vanaf 1 januari 2019 met betaling aan de personeelsleden van een eenmalige inhaalbijdrage van 3% (wettelijk maximum) van de salarissen die voor de periode 2009-2018 zijn ingediend.
-
Betaling van het salaris tegen 100% voor een 4/5-werkrooster voor de medewerkers die een kwalificerende opleiding volgen of die vrijwilligerswerk doen in verenigingen die hulp verlenen aan personen. Uniek systeem in België!
-
Volledige validering van de geldelijke anciënniteit van als werknemer in de private sector of als zelfstandige verrichte diensten.
-
Toekenning van gratis MIVB-abonnementen en toekenning van een fiets- of voetgangersvergoeding (€ 0,23 per kilometer). Verhoging tot € 0,24 na instemming van het Gewest.
-
Sinds vele jaren toekenning van maaltijdcheques aan het personeel. De nominale waarde van € 6 euro zal worden verhoogd tot € 8, waarbij het persoonlijke aandeel wordt verlaagd van € 2 tot € 1,09 en het werkgeversaandeel wordt verhoogd van € 4 tot € 6,91. Dit zijn de door de RSZ toegestane maximumbedragen voor het werkgeversaandeel en minimumbedragen voor het persoonlijke aandeel.
De kosten van de salarisherziening voor het gemeentepersoneel bedragen € 350.824,57 voor de periode 2021-2024. Wat het OCMW betreft, bedragen de kosten € 129.028,29. Deze bedragen zijn relatief onder controle voor de gemeentefinanciën dankzij de anticipatie van de gemeente op de tweede pijler en onze maaltijdcheques, die al hoger zijn dan in de andere gemeenten. Wij zullen dus interventies van het Gewest ontvangen voor begrotingskosten waarop wij al jaren hebben geanticipeerd.
Voor deze bedragen zal in 2021 een begrotingswijziging worden doorgevoerd en zij zullen worden opgenomen in de begroting voor 2022 en de jaren erna.