Toekenning van taxi-cheques aan oudere personen of mindervaliden
Artikel 1
In overeenstemming met de ordonnantie van 13 februari 2003 houdende toekenning van bijzondere subsidies aan de gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest kent het Gewest aan de medecontracterende Gemeente, onder de voorwaarden en binnen de grenzen vastgesteld in de volgende artikelen, een bijzondere subsidie toe voor de aankoop door de Gemeente van taxicheques met universele waarde op het grondgebied van het Gewest bij de onderneming aan wie het Gewest, na organisatie van een openbare aanbesteding, de opdracht toevertrouwt om taxicheques met universele waarde te creëren en de verdeling ervan te organiseren (hierna "de onderneming verantwoordelijk voor de taxicheques), indien deze taxicheques door de Gemeente verdeeld worden aan personen met beperkte mobiliteit of een laag inkomen die voldoen aan de voorwaarden bedoeld in artikel 3 en zij effectief door deze personen gebruikt worden.
Artikel 2
De subsidie die door het Gewest wordt toegekend is beperkt
- tot het werkelijk door de gemeente op haar eigen kredieten gedurende de desbetreffende periode gebruikte bedrag voor taxicheques en
- door de grenzen van de daartoe beschikbare begrotingskredieten zoals verdeeld tussen de verschillende gemeenten van het Gewest met inachtneming van de verdelingsregelen vastgesteld bij het Besluit van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van Brussel-Hoofdstad van 23 april 1998 tot vaststelling van de verdelingsregelen van het Bijzonder Fonds voor maatschappelijk welzijn bestemd voor de openbare centra voor maatschappelijk welzijn (Belgisch Staatsblad van 3 juni 1998, p. 18063).
Artikel 3
Worden slechts in aanmerking genomen voor de toekenning van de subsidie: de taxicheques die door de Gemeente besteld worden bij de onderneming die verantwoordelijk is voor de taxicheques met universele waarde en die daadwerkelijk gebruikt worden door de begunstigden van die taxicheques die aan de volgende voorwaarden voldoen:
- gehandicapt (66 %) + ongeschiktheidattest om het openbaar vervoer te gebruiken + WIGW-inkomen.
- 75plussers + ongeschiktheidattest om het openbaar vervoer te gebruiken + WIGW-inkomen.
De Gemeente verbindt zich ertoe minstens 2 taxicheques met universele waarde per maand per begunstigde toe te kennen.
Artikel 4
De aan de Gemeente toegekende subsidie wordt betaald binnen zestig werkdagen na ontvangst door het Gewest van het betalingsverzoek en het bewijs:
- van het door de gemeente op haar eigen kredieten gedurende de desbetreffende periode gebruikte bedrag voor taxicheques
- van de betaling van de taxicheques met universele waarde aan de onderneming die verantwoordelijk is voor de taxicheques;
- van het daadwerkelijke gebruik van de taxicheques waarvoor de subsidie is aangevraagd door de begunstigde bedoeld in artikel 3. Dit bewijs blijkt voldoende uit een document dat wordt afgeleverd door de onderneming verantwoordelijk voor de taxicheques en melding maakt van het aantal door de Gemeente verdeelde taxicheques die haar ter terugbetaling werden overhandigd door taxi-exploitanten en -bestuurders. De taxicheques zijn daartoe voorzien van een bijzondere vermelding van de Gemeente om een gemakkelijke controle mogelijk te maken.
De aangiften van schuldvordering met het oog op de betaling van de subsidie dienen ingediend te worden bij het:
"Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest
Bestuur Uitrusting en Vervoer
Bestuur van de Taxi’s en Bijzondere Vormen van Geregeld Vervoer
"Taxicheques" – Ter attentie van mevrouw POPESCU - Directrice
C.C.N. - Vooruitgangsstraat, 80 bus 1
1035 Brussel"
Artikel 5
Deze overeenkomst treedt in werking op de datum van haar ondertekening door alle partijen, is van toepassing per kalenderjaar en wordt van jaar tot jaar stilzwijgend verlengd behoudens beëindiging door één van beide partijen door middel van een voorafgaande kennisgeving minstens drie maanden vóór het einde van een kalenderjaar.
Artikel 6
Elke betwisting in verband met het bestaan, de interpretatie of de uitvoering van deze overeenkomst zal voorgelegd worden aan de Rechtbanken van het gerechtelijk arrondissement Brussel, die als enige bevoegd zijn, en in voorkomend geval aan de Vrederechter van het eerste kanton van Brussel.