Politieverordening van de Raad tot uitvoering van artikel 1 van het Koninklijl Besluit van 6 april 2020 houdende de strijd tegen de niet-naleving van de maatregelen tegen de verspreiding van Covid-19

Politieverordening van de Raad tot uitvoering van artikel 1 van het Koninklijl Besluit van 6 april 2020 houdende de strijd tegen de niet-naleving van de maatregelen tegen de verspreiding van Covid-19 door het invoeren van Gemeentelijke administratieve sancties - Wijziging

 

 
De Raad,
Gelet op de nieuwe gemeentewet, artikel 117; 
Gelet op de wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties; 
Gelet op de wet van 15 mei 2007 betreffende de civiele veiligheid, artikelen 182 en 187;
Overwegende het ministerieel besluit van 23 maart 2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken, en zijn aanvullende bepalingen van 30 april 2020
- artikel 4 (nieuw) :  Het openbaar vervoer blijft behouden.  De burger is vanaf de leeftijd van 12 jaar verplicht om de mond en de neus te bedekken met een masker of elk ander alternatief in stof, vanaf het betreden van het station, op het perron of een halte, in de bus, de (pre)metro, de tram, de trein of elk ander vervoersmiddel dat door een openbare overheid wordt georganiseerd.
- artikel 8ter : Het dragen van een mondmasker of elk ander alternatief in stof om de mond en neus te bedekken, is toegestaan voor gezondheidsdoeleinden in voor het publiek toegankelijke plaatsen.
Overwegende dat men op het terrein vaststelt dat de dringende maatregelen die zijn genomen om de verspreiding van het COVID19 te beperken niet altijd worden toegepast, dat het van essentieel belang is dat de gehele bevolking de genomen maatregelen zo strikt mogelijk toepast om een snellere uitweg uit de gezondheidscrisis te bewerkstelligen,
dat het derhalve noodzakelijk is om onze politiediensten zo spoedig mogelijk de mogelijkheid te geven om de maatregelen voorzien in het ministerieel besluit van 23 maart 2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken onmiddellijk te doen naleven, en dat dit ten slotte een kwestie is van respect voor de openbare orde.
BESLUIT:
  • Om het Politieverordening tot uitvoering van artikel 1 van het Koninklijk Besluit van 6 april 2020 houdende de strijd tegen de niet-naleving van de maatregelen tegen de verspreiding van Covid-19 door het invoeren van Gemeentelijke administratieve sancties te stellen.
Artikel 1: 
Een administratieve sanctie kan worden opgelegd door de sanctionerende ambtenaar voor de inbreuken
op artikelen 1, 5 en 8 op het ministerieel besluit van 23 maart 2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus - COVID19 te beperken, en de opeenvolgende wijzigingen.
Artikel 2: 
De administratieve boete bedoeld in artikel 1 van deze verordening bedraagt 250 euro per overtreding.
Artikel 3: 
De sanctie voorzien in artikel 1 van deze verordening kan niet worden toegepast indien de overtreder minder dan 18 jaar oud is of in staat van verlengde minderjarigheid of onbekwaam verklaard werd.
Artikel 4: 
De maatregelen opgenomen in deze verordening zijn van toepassing zolang het ministerieel besluit van 23 maart 2020 en de opeenvolgende wijzigingen uitwerking heeft.
Artikel 5: 
De omzendbrief nr. 06/2020 van het College van de procureurs-generaal bij de hoven van beroep is als bijlage bij deze verordening gevoegd; hij zal worden gepubliceerd op de website van de gemeente en/of bekendgemaakt via een affiche die vermeldt waar de tekst van de omzendbrief door het publiek kan worden geraadpleegd.
Artikel 6:
Dit besluit treedt in werking op dezelfde dagen dan het ministerieel besluit van 23 maart 2020 en van zijn aanpassingen. 
Artikel 7:
Een beroep tot vernietiging en een eventuele vordering tot opschorting kunnen worden ingediend door middel van een verzoekschrift bij de Raad van State (Wetenschapsstraat, 33, 1040 Brussel), binnen een termijn van 60 kalenderdagen te tellen vanaf de bekendmaking van dit besluit.