Mondelinge vraag van mevrouw Martine Maelschalck en de heer Jérémy Van Gorp (MR-Open VLD): gevolgen van de gewestelijke beleidsverklaring voor de gemeente Oudergem
Mijnheer de burgemeester,
Geachte collega's,
De gewestelijke beleidsverklaring van de nieuwe regering van Brussel-Hoofdstad is in juli jl. gepubliceerd.
Zeer begrijpelijk hebben vele regionale voorstellen een belangrijke impact gehad op het niveau van de gemeenten. Zo onder meer: renovaties van gebouwen, sociale huisvesting, stormbekken, bewonerskaarten, en meer in het algemeen het parkeerbeleid …
Mijn vraag is de volgende: hoe zal de gemeente in haar eigen beleid de regionale voorstellen integreren die haar rechtstreeks aanbelangen? Hoe zal de gemeenteraad, desgevallend, op de hoogte gebracht worden van deze aanpassingen?
Ik dank u.
Jérémy Van Gorp en Martine Maelschalck, gemeenteraadsleden voor MR-Open VLD
Antwoord van de heer Didier Gosuin, burgemeester
Mijnheer de voorzitter,
Geachte dames en heren gemeenteraadsleden,
Eerst en vooral wens ik de MR te danken voor zijn interpellatie en begaan te zijn met de gewestelijke algemene beleidsverklaring.
Uit de analyse van de tekst blijkt dat onze eigen gemeentelijke beleidsverklaring, geschreven een paar maanden voor de samenstelling van de gewestregering, geen of slechts weinig tegenstrijdigheden bevat met de gewestelijke algemene beleidsverklaring.
Zo hebben wij onder andere de ambitie om, op ons niveau, via de gemeentelijke grondregie, te zorgen voor de groei van onze sociale huisvesting. In de gewestelijke algemene beleidsverklaring wordt onder andere gesproken over het sluiten van contracten tussen het gewest en de gemeenten.
Wij doen dit omdat wij van mening zijn dat er geen sprake kan zijn van een sterk gewest zonder sterke gemeenten.
Dit is de reden waarom de Conferentie van burgemeesters die alle groepen verenigt, beslist heeft dit toekomstig doel van contractualisering voor te bereiden door in het bijzonder deze punten te bestuderen die niet opgenomen zijn in de gewestelijke algemene beleidsverklaring.
Zo denk ik onder meer aan de noodzaak tot het verder afzwakken van het baremiek verschil dat bestaat tussen het gewest, de gemeenten en de OCMW's.