Stedenbouwkundige inlichtingen

De inwerkingtreding van de ordonnantie van 3 april 2014 wijzigend het Brussels Wetboek van Ruimtelijke Ordening (BWRO) en de Ordonnantie van 12 december 1991 oprichtend  van begrotingsfondsen brengt in het bijzonder  veranderingen op het niveau van de reglementen die betrekking hebben tot de stedenbouwkundige inlichtingen.

De artikels 99, 275, 280 en 281 van BWRO brengen volgende wijzigingen met zich mee :

  • De stedenbouwkundige inlichtingen moeten voorzien zijn tijdens de openbaarheid (door notarissen, immobiliënkantoren, internetadvertenties, op de “te koop” affiches, …) van de verkoop of de huur van een goed meer dan 9 jaar
  • De stedenbouwkundige inlichtingen moeten vermeld zijn in de verkoopakten of een verhuur langer dan 9 jaar, zowel een notariële en/-of een onderhandse akte is.

De stappen die ondernomen moeten worden om de stedenbouwkundige inlichtingen te verkrijgen

Een aanvraag voor stedenbouwkundige inlichtingen online indienen

Klik hier om naar het IRISbox-platform te gaan, het elektronische loket van de Brusselse gewestelijke administraties, om uw aanvraag voor stedenbouwkundige inlichtingen online in te dienen, te vervolledigen en op te volgen.

Aangezien de betaling direct op Irisbox verplicht is, is het beter om, als je al via je bank hebt betaald, je verzoek om stedenbouwkundige inlichtingen per e-mail te sturen naar ru@auderghem.brussels om dubbele betalingen te voorkomen.

Indienen op papier of via email

Het formulier downloaden

Een aanvraag moet worden gericht aan het College van de Burgemeester en Schepenen – Dienst Stedenbouw, hetzij via post : Emile Idiersstraat 12 – 1160 Brussel, hetzij via e-mail : ru@auderghem.brussels

Deze aanvraag moet het volgende bevatten :

  • Een uittreksel  van het kadastraal plan duidend op de omliggende gebouwen in een straal van 50 meter vanaf elk grens van het goed
  • De nauwkeurige beschrijving van het goed (alsook zijn ligging in het gebouw voor de gebouwen met meerdere woningen, bijvoorbeeld door middel van een plan van de verdieping of zijn ligging ten opzichte van de voorgevel  van het gebouw)
  • De documenten die het huidig gebruik hetwelk het goed regelmatig  wordt bestemd bevestigt en de datum het op die manier is (verklaring op eer, …)

Een aanvraag is gericht per goed/adres

Bedrag van de belasting en de betalingswijzen

De gemeentelijke belastingsreglement voor de dienstenvergoeding en voor de afgifte van de administratieve documenten wordt door de volgende uitgaven voorzien :

Inlichtingen en advies

  • Het verschaffen  van stedenbouwkundige inlichtingen in het bijzonder aan de notarissen: 98,40€
  • Het verschaffen van dringende stedenbouwkundige inlichtingen in het bijzonder door de notarissen: 196,80€

De urgentie waaronder wordt verstaan dat het inlichtingen zijn die verplicht binnen de 10 werkdagen worden verschaft na het ontvangst van de aanvraag. De gevraagde som bevindt zich in bijlage van de afgeleverde stedenbouwkundige inlichtingen.

De hierboven vermelde bedragen worden geïndexeerd in overeenstemming met de voorschriften. De in de regelgeving vermelde bedragen worden niet geïndexeerd.

Artikels 99, 275, 280 en 281 van het BWRO

Art. 99. De notaris vermeldt in alle akten van verkoop of van verhuring voor meer dan negen jaar, van een bebouwd of onbebouwd goed, alsmede in akten van vestiging van erfpacht of van opstal, alle stedenbouwkundige inlichtingen ingewonnen in toepassing van artikel 275 en de verklaring van de verkoper, van de verhuurder of van de erfpacht- of opstalgever, hetzij dat voor het goed een stedenbouwkundige vergunning is verleend of een stedenbouwkundig attest dat laat voorzien dat een dergelijke vergunning zou kunnen worden verkregen of een stedenbouwkundige verklaring als bedoeld in artikel 205/1, hetzij, bij ontstentenis van die vergunning, dat attest of deze verklaring, dat geen verzekering kan worden gegeven omtrent de mogelijkheid om op het goed een van de werken, handelingen en wijzigingen bedoeld in artikel 98, § 1, en in artikel 205/1 te verrichten.

Hij vermeldt bovendien dat geen van de werken, handelingen en wijzigingen bedoeld in artikel 98, § 1, en 205/1 mogen worden verricht op het goed waarop de akte betrekking heeft, zolang de stedenbouwkundige vergunning niet is verkregen of de voorafgaande stedenbouwkundige verklaring niet gedaan is.

De onderhandse akten waarin die verrichtingen worden vastgesteld, bevatten dezelfde verklaring.

Art. 275 De gemeenten zijn bovendien verplicht binnen een termijn van dertig dagen aan de personen die de stedenbouwkundige inlichtingen vragen op de wettelijke, gewestelijke of gemeentelijke bepalingen, die van toepassing zijn op het goed.

Deze inlichtingen duiden namelijk aan :
1° de door deze verordenende bepalingen voorziene bestemming;
2° in voorkomend geval, de voorwaarden waaraan een bouwproject moet voldoen;
3° of, volgens de gemeente, het onroerend goed opgenomen is in een onteigeningsplan en, zo ja, de onteigenende instantie en de datum van het besluit tot goedkeuring van deze onteigening;
4° of het gebouw gelegen is binnen de grenzen van een aan het voorkooprecht onderhevige perimeter en, in dat geval, de aanduiding van de voorkooprechthebbende overheid(heden) met haar (hun) orde van prioriteit en de datum van het besluit tot vaststelling van de grenzen van deze perimeter;
5° of het gebouw ingeschreven staat op de bewaarlijst of beschermd is of waarvoor de procedure tot inschrijving of bescherming lopende is;
6° of het gebouw opgenomen is in de inventaris van de niet-uitgebate bedrijfsruimten.
7° het eventuele bestaan van een rooilijnplan dat van kracht is op het goed. (inwerkingtreding 01/11/2014)

De gemeenten zijn bovendien verplicht iedere houder van een zakelijk recht op een onroerend goed, alle personen die deze houder machtigt of een mandaat geeft, evenals iedere persoon die een rol speelt bij de overdracht van een onroerend goed de volgende informatie mee te delen met betrekking tot de situatie van het goed, gelet op de administratieve gegevens waarover zij beschikken :
1° de datum en het opschrift van de toelatingen, vergunningen en attesten die werden toegekend of geweigerd met betrekking tot dit goed, alsook het eventueel verval ervan en het eventuele bestaan van verhaal dat hangend is tegen die beslissingen;
2° de geoorloofde bestemmingen en aanwendingen van het goed in elk van de onderdelen ervan, alsook de ruimtelijke indeling ervan, met inbegrip van het aantal wooneenheden dat eventueel aanwezig is in het goed en dat regelmatig wordt geacht, alsook de ligging ervan; wanneer de bestemming of aanwending van het geheel of een gedeelte van het goed gewijzigd is voordat deze wijziging krachtens de regelgeving onderworpen was aan een stedenbouwkundige vergunning en zonder dat de gewijzigde situatie het voorwerp uitgemaakt heeft van een stedenbouwkundige vergunning, wordt die inlichting ter informatie gegeven;
3° de datum van eventuele vaststellingen van overtredingen betreffende het goed, opgesteld in het kader van de artikelen 300 en 301, met uitzondering van de overtredingen waaraan een einde werd gesteld, alsook de huidige stand van de sanctieprocedure en de eventuele termijnen die eraan verbonden zijn.

De gemachtigde ambtenaar is gehouden dezelfde stedenbouwkundige inlichtingen te verstrekken aan de in artikel 175 bedoelde stedenbouwkundige inlichtingen.

Art. 280. In de reclame voor de verkoop of de verhuring voor meer dan negen jaar van een onroerend goed of het vestigen van een recht van erfpacht of opstal, moet de notaris de meest recente en de meest nauwkeurige wettelijke stedenbouwkundige bestemming van die goederen ondubbelzinnig aangeven met gebruik van de benamingen voorzien in de verschillende bestemmingsplannen en alle stedenbouwkundige inlichtingen verkregen met toepassing van artikel 275 of het adres van de internetsite waarop alle inlichtingen beschikbaar zijn, en de mogelijkheid die inlichtingen gratis op papier te verkrijgen van de notaris. (inwerkingtreding 01/08/2014)

De notaris dient tevens melding te maken van de afgegeven stedenbouwkundige vergunningen verkavelingsvergunningen en stedenbouwkundige attesten die op de te verkopen goederen betrekking hebben evenals het eventuele verval ervan evenals het eventuele bestaan van een voorkooprecht.

Art. 281. Iedereen die voor eigen rekening of als tussenpersoon een goed verkoopt, verhuurt, een erfpacht of een opstalrecht overdraagt, moet in de hieraan verbonden reclame de meest recente en de meest nauwkeurige wettelijke stedenbouwkundige bestemming van dit goed ondubbelzinnig aangeven met gebruik van de benamingen voorzien in de verschillende bestemmingsplannen en, in voorkomend geval, overeenkomstig artikel 110 en alle stedenbouwkundige inlichtingen verkregen met toepassing van artikel 275 of het adres van de internetsite waarop alle inlichtingen beschikbaar zijn, en de mogelijkheid die inlichtingen gratis op papier te verkrijgen van die persoon.