Motie waarin de verschillende overheidsniveaus binnen de Belgische staat worden opgeroepen om de klimaatopwarming actief te bestrijden
Gelet op de verschillende verbintenissen die België is aangegaan in overeenstemming met de richtlijnen, verordeningen en besluiten van de Europese Unie die zijn aangenomen ter uitvoering van de verplichtingen uit hoofde van het internationaal recht, zoals het Raamverdrag van de Verenigde Naties inzake klimaatverandering dat op 9 mei 1992 werd ondertekend in New York en het Protocol van Kyoto bij het Raamverdrag van de Verenigde Naties inzake klimaatverandering dat op 11 december 1997 werd ondertekend in Kyoto;
Gelet op de Overeenkomst van Parijs, die op 12 december 2015 in Parijs werd ondertekend tijdens de 21e Conferentie van de Partijen (COP) bij het Raamverdrag van de Verenigde Naties inzake klimaatverandering, op basis waarvan de ondertekenende staten, waaronder België, zich ertoe hebben verbonden de stijging van de wereldwijde gemiddelde temperatuur ruim onder de 2 graden ten opzichte van de pre-industriële niveaus te houden en de inspanningen voort te zetten om de temperatuurstijging tot 1,5 graden op pre-industriële niveaus te beperken;
Gelet op Richtlijn 2009/28/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2009 ter bevordering van het gebruik van energie uit hernieuwbare bronnen waarin als bindend streefcijfer is vastgelegd dat tegen 2020 20% van het energieverbruik in de Unie uit hernieuwbare energiebronnen afkomstig moet zijn;
Gelet op het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van emissienormen voor nieuwe personenauto's en nieuwe lichte bedrijfsvoertuigen in het kader van de geïntegreerde benadering van de Unie om de CO2-emissies van lichte voertuigen te beperken en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 715/2007; gelet op het feit dat in dit voorstel is vastgelegd dat de gemiddelde CO2-emissies van in de Unie geregistreerde nieuwe personenauto's tegen 2030 minder dan 30 tot 40% moeten bedragen;
Gelet op de interparlementaire resolutie over het klimaat die op 9 november 2018 door het Brussels Gewestelijk Parlement is aangenomen en waarin de federale, gewestelijke en communautaire regeringen worden opgeroepen om de basis te leggen voor een sectoroverschrijdende actie op het gebied van klimaatverandering en in het bijzonder om zich te concentreren op de Europese doelstellingen voor 2030 betreffende de daling van de uitstoot van broeikasgassen en om nog ambitieuzer te zijn dan de vermindering van 40% waarin de overeenkomsten van Parijs voorzien;
Gelet op de doelstellingen van het geïntegreerd nationaal energie-klimaatplan dat op 19 december 2018 werd goedgekeurd door het overlegcomité federale staat/deelgebieden en van het lucht-klimaat-energieplan dat op 2 juni 2016 werd goedgekeurd door de Brusselse Hoofdstedelijke Regering;
Gezien de vele rapporten van wetenschappelijke en academische kringen over de onomkeerbare risico’s voor onze planeet als er niet snel actie wordt ondernomen, waaronder met name het speciaal rapport van 6 oktober 2018 van het intergouvernementeel panel inzake klimaatverandering (IPCC) over de gevolgen van een wereldwijde opwarming boven 1,5°C ten opzichte van de pre-industriële niveaus en over de daarbij horende scenario’s voor de wereldwijde uitstoot van broeikasgassen;
Gezien de vele rapporten van wetenschappelijke en academische kringen over de onomkeerbare risico’s voor onze planeet als er niet snel actie wordt ondernomen, waaronder met name het speciaal rapport van 6 oktober 2018 van het intergouvernementeel panel inzake klimaatverandering (IPCC) over de gevolgen van een wereldwijde opwarming boven 1,5°C ten opzichte van de pre-industriële niveaus en over de daarbij horende scenario’s voor de wereldwijde uitstoot van broeikasgassen;
Rekening houdend met de investeringen gericht op energiebesparingen in de gemeentelijke gebouwen, die het college van burgemeesters en schepenen heeft gedaan;
Rekening houdend met de talrijke acties in het actieplan Lokale Agenda 21 dat door het college van burgemeester en schepenen van Oudergem werd goedgekeurd;
Gezien de oproep aan de overheid om snel en ambitieus op te treden voor het klimaat, die nu al enkele weken lang elke donderdag wordt geformuleerd door vele Belgische leerlingen en studenten, geïnspireerd door de aanpak van de beweging "Youth for Climate" die op internationaal niveau op gang werd gebracht door de jonge Zweedse Greta Thunberg op de COP24;
Rekening houdend met de talrijke acties in het actieplan Lokale Agenda 21 dat door het college van burgemeester en schepenen van Oudergem werd goedgekeurd;
Gezien de oproep aan de overheid om snel en ambitieus op te treden voor het klimaat, die nu al enkele weken lang elke donderdag wordt geformuleerd door vele Belgische leerlingen en studenten, geïnspireerd door de aanpak van de beweging "Youth for Climate" die op internationaal niveau op gang werd gebracht door de jonge Zweedse Greta Thunberg op de COP24;
Gezien de massale aanwezigheid van Belgische burgers op de demonstraties "
Claim for the climate
" van 2 december 2018 en "
Rise for the climate
" van 27 januari 2019;
Overwegende dat deze burgerinitiatieven het verdienen om door de verkozen mandatarissen te worden erkend, maar niet kunnen worden beschouwd als een steun aan eender welke partij, aangezien het risico bestaat dat hun specificiteit en democratische kracht worden verstoord;
Overwegende in het bijzonder dat de gemeente luistert naar jonge en minder jonge burgers en hen verschillende middelen ter beschikking stelt voor acties die ten gunste van het klimaat worden ondernomen;
Overwegende dat België, als stichtend lid van de Europese Unie, een voortrekkersrol en een voorbeeldfunctie moet vervullen op het vlak van leefmilieu zowel op wereldwijd, Europees als op nationaal niveau
Vraagt de gemeenteraad van Oudergem:
Aan de Europese Raad om:
- een politiek akkoord tussen de lidstaten tot stand te brengen om, naast andere mogelijke maatregelen, een belasting op vliegtuigkerosine in te voeren voor internationale vluchten door alle luchtvaartmaatschappijen, ongeacht de wijze waarop ze hun vluchten van of naar Europa uitvoeren, te verplichten om het equivalent van 15% van hun CO2-uitstoot over hun gehele traject te kopen om de strijd tegen de opwarming van de aarde te financieren;
Aan de Europese Commissie om:
- haar verantwoordelijkheden als "hoedster van het Verdrag" volledig uit te oefenen door erop toe te zien dat alle lidstaten zich strikt houden aan de bindende doelstellingen die de Europese Unie heeft vastgelegd in het kader van de geïntegreerde benadering ter bestrijding van de klimaatopwarming, onder meer voor wat betreft het aandeel van 20% van het energieverbruik dat afkomstig moet zijn van hernieuwbare energiebronnen;
- de klimaatrelevantie van de begroting van de Europese Unie te versterken door de doelstellingen ter vermindering van de broeikasgasemissies te integreren in de verschillende actieprogramma's van de Europese Unie (cohesie, landbouw, vervoer, onderzoek) om de overgang naar een koolstofarme Europese economie te versnellen;
Aan de federale regering om:
- het bijzondere wetsvoorstel tot vaststelling van de algemene doelstellingen van het Belgische klimaatbeleid[1] te steunen, zo nodig door het te wijzigen om rekening te houden met het advies van de Raad van State en het bijgevolg goed te keuren;
- zich aan te sluiten bij de "Paris Proof Coalition" van de 8 meest ambitieuze Europese landen die pleiten voor een onmiddellijke verscherping van de Europese doelstellingen ter vermindering van de broeikasgassen tegen 2030;
Aan de regering van de Federatie Wallonië-Brussel om:
- pedagogische initiatieven met betrekking tot de strijd tegen de klimaatopwarming in scholen aan te moedigen en zo de leerlingen te ondersteunen in hun ambitie om bewuste, opgeleide en verantwoordelijke actoren te zijn in het licht van deze cruciale uitdaging van de 21e eeuw;
Aan de Brusselse Hoofdstedelijke Regering om:
- zich ertoe te verbinden ten volle deel te nemen aan de coördinatiestructuren die zijn ingesteld door de klimaatwet zodra deze door de Kamer van Volksvertegenwoordigers is goedgekeurd en de collectieve klimaatverbintenissen na te komen;
- de inspanningen voort te zetten die zijn begonnen met de oprichting van een lage-emissiezone in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest om de emissies van motorvoertuigen die op fossiele brandstoffen rijden te verminderen;
- (tegen 2030) een nieuw gewestelijk mobiliteitsplan aan te nemen in overeenstemming met de visie van IRIS 2 (vermindering van het autoverkeer, waarborging van de gewestelijke toegankelijkheid en bevordering van de levenskwaliteit) ten gunste van een duurzame, pluralistische en gedeelde mobiliteit om het gebruik en het bezit van voertuigen met een verbrandingsmotor te verminderen;
- het aanbod van het openbaar vervoer te promoten en uit te breiden om het comfort, de frequentie en het netwerk op het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest te verbeteren en een echte modal shift mogelijk te maken;
- de invoering van een geïntegreerd fietsbeleid voort te zetten;
- te zorgen voor de geleidelijke renovatie van alle openbare gebouwen, het energiebeheer ervan te verbeteren en een 100% groene stroomvoorziening te garanderen;
- een gewestelijk beleid voor de ontwikkeling van hernieuwbare energie uit te werken;
- door te gaan met het nemen van maatregelen, zo nodig door middel van juridische stappen, tegen het misbruik van het overvliegen van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest ten nadele van het recht van de inwoners op een gezonde leefomgeving;
Aan het college van burgemeester en schepenen van de gemeente Oudergem om:
- de Oudergemse jongeren te ondersteunen die deelnemen aan de klimaatmarsen en pedagogische initiatieven met betrekking tot de strijd tegen de klimaatopwarming in de gemeentelijke scholen en bij de jongeren aan te moedigen, om hen te helpen uitgroeien tot bewuste, opgeleide en verantwoordelijke actoren in het licht van deze cruciale uitdaging van de 21e eeuw;
- de initiatieven van het college ter bestrijding van de opwarming van de aarde en de gevolgen daarvan verder te zetten, zoals de investeringen ter vermindering van het energieverbruik van de gemeentelijke gebouwen en het wagenpark en het gebruik van hernieuwbare energie;
-
deze initiatieven aan te vullen met bijkomende acties, die onder meer zijn opgenomen in de algemene beleidsnota die op 21 januari 2019 aan de gemeenteraad werd voorgesteld:
- de ontwikkeling van de zachte mobiliteit binnen de gemeente
- de ondersteuning van een duurzame, seizoensgebonden en lokale voeding, onder meer in scholen en kinderdagverblijven,
- de ondersteuning van de zerowasteprogramma's in het gemeentebestuur en van burgers
- de ondersteuning van projecten in verband met de kringloopeconomie
- acties ten gunste van de vergroening van de wijken, het creëren van groene verbindingen tussen de wijken
- de uitbreiding van het aantal stations voor deelauto's, fietsboxen, fietspompen en fietsherstelpunten
- de uitbouw van het volledige netwerk van snelle oplaadstations voor elektrische voertuigen
- de ondersteuning van de lokale werkgelegenheid via het platform "een-job-in-mijn-buurt"
- het aanmoedigen van verplaatsingen met de fiets, carpoolen, ... onder meer bij pendelaars
- een geleidelijke renovatie van alle openbare gebouwen, een verbetering van het energiebeheer van die gebouwen en een 100% groene stroomvoorziening;
- …
- een prominente plaats toe te kennen aan maatregelen ter bestrijding van de klimaatopwarming in het kader van het participatieve opstellingsproces van het lokaal plan voor duurzame ontwikkeling 2020-2030;
- de noodzaak van het behoud van de natuurgebieden van de gemeente, de "groene longen" van de wijken (het Zoniënwoud, de Natura 2000-gebieden en de groengebieden), opnieuw te bekrachtigen en de excessieve verdichting van de wijken te bestrijden;
- door te gaan met het nemen van maatregelen, zo nodig door middel van juridische stappen, tegen het misbruik van het overvliegen van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest ten nadele van het recht van de inwoners op een gezonde leefomgeving
Deze motie zal worden overgemaakt aan de secretaris-generaal van de Raad van de Europese Unie, aan de eerste minister van de federale regering, de federale minister van Energie, Milieu en Duurzame Ontwikkeling, de minister van Onderwijs binnen de Federatie Wallonië-Brussel en die van de Vlaamse Gemeenschap, de minister-president van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, de Brusselse minister van Leefmilieu, de conferentie van burgemeesters van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en het college van burgemeester en schepenen van de gemeente Oudergem.
______________________________________
[1] Doc. Parl., Kamer, 6e sess., leg. 54, beschikbaar op http://www.lachambre.be/FLWB/PDF/54/3517/54K3517001.pdf
[1] Doc. Parl., Kamer, 6e sess., leg. 54, beschikbaar op http://www.lachambre.be/FLWB/PDF/54/3517/54K3517001.pdf