Mondelinge vraag van mevrouw Nathalie Wyns (Liste Citoyenne 1160) betreffende het proces van openbaar onderzoek in het kader van een stedenbouwkundige vergunning
Geachte mevrouw de waarnemend burgemeester, geachte dames en heren schepenen, geachte mijnheer de voorzitter van de raad,
Geachte collega’s,
Maandelijks wordt een tiental dossiers ingediend voor openbaar onderzoek.
Er worden affiches uitgehangen op de betrokken adressen en de bewoners beschikken over een termijn van 15 dagen (terwijl die 30 dagen zou kunnen bedragen) om inlichtingen in te winnen betreffende de lopende aanvraag; tevens kunnen ze de dossiers raadplegen in het gemeentehuis en kunnen ze meer gedetailleerde vragen stellen.
Eens deze termijn verstreken is, komt een overlegcommissie samen, gewoonlijk op het einde van de maand, die beslist om de stedenbouwkundige vergunning (met of zonder wijzigingen) al dan niet toe te kennen.
Ik heb de dossiers van de afgelopen vier maanden gecontroleerd en stelde vast dat er voor slechts een van die dossiers een afzonderlijke brief in alle brievenbussen werd achtergelaten; het gaat om een bericht aan de bewoners waarvan we hierna een uittreksel meegeven:
In het kader van het openbaar onderzoek dat plaatsvindt van 3 januari 2019 tot 17 januari 2019 met betrekking tot het genoemde voorwerp, vond ik het nuttig om voor u een informatiesessie te organiseren om u de kans te bieden met kennis van zaken uw mening te formuleren met betrekking tot dit dossier.
Ik ben zo vrij u de volgende vragen te stellen:
- Waarom wordt er niet voor elk dossier een informatiesessie georganiseerd?
- De uitdrukking "ik vond het nuttig" impliceert een negatieve stellingname die geen reden van bestaan heeft, daar de bewuste brief enkel tot doel had de omwonenden te informeren over het feit dat een informatievergadering zou plaatsvinden; deze negatieve mening wordt vervolgens geschraagd door de zin "om u de kans te bieden met kennis van zaken uw mening te formuleren met betrekking tot dit dossier". Mag ik u bijgevolg vragen om aan dezelfde omwonenden een nieuw bericht te bezorgen, daar de plicht inzake terughoudendheid niet in acht werd genomen en er onrust werd gecreëerd?
Ik dank u voor uw antwoord.
Nathalie WYNS, gemeenteraadslid voor Liste Citoyenne 1160
- Antwoord van de heer Alain Lefebvre, schepen (gelezen door een andere Schepen)
Geachte mevrouw,
In 2018 organiseerde de gemeente Oudergem op haar grondgebied 162 openbare onderzoeken naar aanleiding van aanvragen van stedenbouwkundige vergunning voor projecten in Oudergem. Daarbij komen nog de onderzoeken in verband met diverse plannen of regelgeving op initiatief van het gewest.
Wetende dat openbare onderzoeken niet mogen plaatsvinden tijdens de schoolvakanties (3 maanden per jaar), worden er elke maand dus gemiddeld 18 dossiers in onderzoek genomen.
In 2018 heb ik de omwonenden samengebracht voor 6 projecten die een significante impact konden hebben op hun wijk.
Tijdens de laatste vier maanden van 2018 vonden er twee vergaderingen plaats die respectievelijk betrekking hadden op het project Cofinimmo op het adres Vorstlaan 23 en het project tot reconversie van een kantoorgebouw op de hoek van de Dehouxlaan en de Kleine Wijngaardstraat.
Er vonden drie dergelijke vergaderingen plaats in de maand januari van dit jaar: twee projecten Lammerendries en één project Hertogendal.
Ik wil er nog op wijzen dat ik in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest als eerste dit type vergaderingen heb georganiseerd. Die vergaderingen vinden 's avonds plaats zodat zoveel mogelijk mensen eraan kunnen deelnemen. Deze vergaderingen worden nog steeds niet opgelegd door de wetgeving (BWRO). Vandaag bepaalt de regelgeving dat deze vergaderingen moeten worden aangekondigd op de affiches betreffende het openbaar onderzoek. Mijn dienst doet meer dan dat en brengt de omwonenden op de hoogte door middel van een bericht dat in alle brievenbussen wordt achtergelaten. We voeren al deze initiatieven van participatieve democratie sinds 2001 en als gevolg daarvan heeft Inter-Environnement ons in 2013 bovenaan de lijst van de Brusselse gemeenten geplaatst.
Zo ik u goed begrijp, zou ik ter gelegenheid van elk openbaar onderzoek een informatievergadering moeten organiseren.
Natuurlijk organiseren we dergelijke vergaderingen niet tijdens de schoolvakanties (i.e. 15 weken per jaar), niet in het weekend, niet op feest- en brugdagen, niet op dagen waarop de raad vergadert ... Zo u zelf de berekening maakt, dan zult u vaststellen dat er niet meer dan ongeveer 130 avonden overblijven!
De meeste onderzoeken hebben betrekking op verbouwingen/uitbreidingen van eengezinswoningen. Alleen enkele directe buren kunnen de gevolgen ondergaan van een bepaald project.
U zult het dan ook met mij eens zijn dat er geen reden is om dergelijke vergaderingen te organiseren voor elk openbaar onderzoek.
Zoals ik eerder al zei, bestaat er geen verplichting om dergelijke vergaderingen te organiseren. Het is dan ook terecht dat ik dergelijke vergaderingen organiseer wanneer ik van mening ben dat zoiets zinvol is. Ik zie daar geen enkele negatieve bijbetekenis in. Bent u dan van mening dat het een negatief iets is om aan de bewoners informatie te verstrekken opdat ze hun mening zouden kunnen formuleren met volledige kennis van zaken? Ik kan u zeggen dat dit helemaal niet de mening is van de deelnemers, integendeel.