58. Gustave Jean Leclercqstraat | Rue Gustave Jean Leclercq

Het ontstaan van de wijk werd reeds belicht in de rubriek Lebon, nr. 112. De vijf openbare wegen ten westen van de Lebonlaan, werden op dezelfde datum boven de doopvont gehouden. Op 6 december 1957 keurde de gemeenteraad immers het voorstel goed van het schepencollege (dagorde nr. 10a), waarbij die in aanbouw zijnde wegen de volgende namen kregen: J.E. Raymondstraat, E. Henrardstraat, L. Marcxstraat, Paepedellelaan en de G. Leclercqstraat.

De eerste bouwaanvragen voor de Leclercqstraat werden genoteerd op 24 augustus 1960, voor de gebouwen nrs. 21, 23 en 25.

Gustave- Jean Leclercq werd in Oudergem geboren, de 10e december 1890. Hij werkte bij de maatschappij "Tramways Bruxellois" en woonde met zijn gezin op de Waversesteenweg nr. 903. Zijn zoontje was amper een jaar oud toen hij onder de wapens geroepen werd, als soldaat bij het 9e Linieregiment. Zijn dochtertje die het daglicht zag terwijl hij aan het front was, heeft hij nooit gekend. Hij sterft enkele dagen na haar, op 15/2/1915 te Oostkerke (W-Vl).

58. Rue Gustave Jean Leclercq | Gustave Jean Leclercqstraat

Le personnage

Gustave-Jean Leclercq naît à Auderghem le 10 décembre 1890. Il travaille aux "Tramways Bruxellois" et vit avec sa famille, dont un petit garçon âgé d'un an, chaussée de Wavre, au n°903. Il est appelé sous les drapeaux en qualité de soldat au 9e régiment de Ligne. Il ne connaîtra jamais sa fille, née alors qu’il est au front. Il meurt quelques jours après elle, le 15 février 1915, à Oostkerke (Flandre occidentale).

La rue

Les cinq rues ouvertes à l'ouest de l'avenue Lebon sont baptisées à la même date: le 6 décembre 1957. Ce jour-là, le conseil communal approuve la proposition du collège échevinal (ordre du jour n°10a) de donner les noms suivants à ces voies publiques en cours d'aménagement: rues J.E. Raymond, E. Henrard, L. Marcx, G. Leclercq ainsi que avenue du Paepedelle.

Les premiers permis de bâtir pour la rue Gustave Leclercq sont accordés le 24 août 1960 pour les immeubles numéros 21, 23 et 25.

(Ce texte est largement inspiré du livre "Auderghem chemins faisant" de Louis Schreyers.)